Succesvolle samenwerking programma Nu Niet Zwanger en ’s Heeren Loo’
Het programma Nu Niet Zwanger* (NNZ) helpt professionals om met hun cliënten open en eerlijk het gesprek aan te gaan over kinderwens, seksualiteit en anticonceptie. ’s Heeren Loo en enkele GGD’en zijn een pilot gestart om samenwerking te onderzoeken. Na deze succesvolle pilot in vier regio’s zijn aanbevelingen gedaan om binnen ’s Heeren Loo het werken met NNZ uit te rollen en te versterken.
Op deze pagina lees je het interview met Martijn Houkes,GZ-psycholoog en seksuoloog bij ’s Heeren Loo en Lisette van der Horst, inhoudelijk coördinator Nu Niet Zwanger, GGD Gelderland-Zuid. Ook aandachtsfunctionarissen Angelique Versteegt en Heidi Heijmans komen aan het woord.
Martijn Houkes, GZ-psycholoog en seksuoloog bij ’s Heeren Loo: “Het begon met het Themanetwerk Seksualiteit van ’s Heeren Loo, waarin alle regio’s van ’s Heeren Loo zijn vertegenwoordigd. Al langere tijd is er bij ’s Heeren Loo aandacht voor kinderwens en ouderschap. Deze onderwerpen zijn verankerd in een beleidsnotitie en een richtlijn voor de uitvoering. Maar hoe geef je hier nu handen en voeten aan? Hoe doe je dit in de praktijk? Collega’s in het land spraken steeds vaker over het programma NNZ dat zou bijdragen aan de uitgangspunten in ons beleid. Dat was reden voor ons om hier meer over te willen weten.”
Lisette van der Horst, inhoudelijk coördinator Nu Niet Zwanger, GGD Gelderland-Zuid: “Er volgde een kennismaking tussen ’s Heeren Loo, Connie Rijlaarsdam (lid van het landelijk programmateam NNZ) en een aandachtsfunctionaris NNZ van GGD Gelderland-Zuid. Al snel bleek dat we dezelfde visie delen rond het bespreekbaar maken van het onderwerp kinderwens en willen inzetten op het voorkomen van onbedoelde zwangerschap.
We besloten om in 2021 een pilot te starten binnen ’s Heeren Loo in samenwerking met vier GGD’en (GGD Noord- en Oost-Gelderland, GGD Gelderland-Zuid, GGD Zeeland en GGD Zuid-Holland Zuid). Deze vier regio’s zaten allemaal in een andere fase van bekendheid met en implementatie van NNZ. Dat maakte dat we veel van elkaar hebben kunnen leren. Medewerkers volgden een training of waren inmiddels al aandachtsfunctionaris NNZ.”
Martijn Houkes: “Zoals vaak met onderwerpen gerelateerd aan het thema seksualiteit, is de visie vaak wel positief en proactief, maar komt het in de praktijk te weinig van de grond. We komen tegen dat de kinderwens pas wordt besproken als de cliënt het op tafel legt of als zich een moeilijke situatie voordoet. Terwijl we wel vinden dat het gesprek over kinderwens en ouderschap voor elke cliënt relevant is en belangrijk. Wanneer wij als hulpverlening het initiatief nemen en het gesprek aangaan, komen we meer te weten over gedachten, behoeften en vragen van cliënten. En kunnen we ze beter ondersteunen.”
Martijn Houkes: “Hulpverleners en begeleiders moeten met hun cliënten actief het gesprek beginnen over de kinderwens. Actief het gesprek beginnen kan bijvoorbeeld door te vragen, heb je een kinderwens? En ‘is dit het moment voor jou/jullie om aan de kinderwens invulling te geven?’ Bij de hulpverlener kan de gedachte in de weg staan dat hij beter geen gesprek kan initiëren, om maar geen ‘slapende honden wakker te maken’.
Het is belangrijk om in gesprek te gaan over het levensperspectief, mogelijkheden en dilemma’s. Je kunt hierbij cliënten goed ondersteunen. Dat zijn geen makkelijke, maar wel belangrijke gesprekken. Je helpt de cliënt de regie te nemen over de kinderwens. Je helpt om onbedoelde of ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Veel cliënten zijn blij dat je het gesprek aangaat. Er spelen in het leven zoveel dingen, waardoor het voor cliënten moeilijk kan zijn een bewuste afweging te maken. Hoe organiseer je anticonceptie? Hoe ga je er mee om als een kinderwens niet vervuld kan worden? En hoe geef je dat een plek in je leven? Dat zijn ook belangrijke thema’s. Wij staan voor een proactieve houding, een eerlijk en open gesprek, om te komen tot passende ondersteuning.”
Martijn Houkes: “Wat mij het meest opviel is dat je als medewerker van ’s Heeren Loo rond dit thema gaat samenwerken in een breed netwerk. Zo tref je ook huisartsen en gynaecologen die allemaal veel betekenen voor onze cliënten met een (verstandelijke) beperking. Ook de meerwaarde van de expertise van ’s Heeren Loo medewerkers binnen deze samenwerkingsverbanden viel mij op.
NNZ heeft een gedegen en robuuste opzet. Je merkt echt dat het programma zich heeft ontwikkeld en dat de gekozen inhoud en vorm kloppen. ‘Groeipijnen’ in de ene regio zijn heel herkenbaar voor medewerkers in een regio die al verder is. Door de uitwisseling van ervaringen op zowel de inhoud als organisatie van het implementatietraject konden we veel van elkaar leren. Dit was helpend om ook te komen tot aanbevelingen voor de uitrol binnen ’s Heeren Loo.”
Martijn Houkes: “’s Heeren Loo staat voor goed leven voor haar cliënten, mooi werk voor de medewerkers en een duurzaam gezonde organisatie. Eigen keuzes maken op het gebied van relatie- en gezinsplanning zijn belangrijk voor de kwaliteit van leven. Daarover serieus in gesprek kunnen gaan met een hulpverlener, is voor cliënten vanzelfsprekend heel belangrijk.
Voor medewerkers is het interessant om je te verdiepen in NNZ en wellicht om ambassadeur te worden. Het geeft je de mogelijkheid om jezelf verder te ontwikkelen. En om samen te werken met professionals met een heel andere achtergrond dan jij. Als je dichter bij de cliënt wilt komen, is NNZ een mooi programma om mee te werken. Het maakt je werk nóg mooier!
Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vrouwen met verstandelijke beperking meer zorgen en vragen hebben dan vrouwen zonder verstandelijke beperking. Ook hebben vrouwen met verstandelijke beperking meer behoefte aan gezondheidsadvies rond seksualiteit en gezinsplanning. Met Nu Niet Zwanger kun je het onderwerp gezinsplanning structureel meenemen in de gesprekken met cliënten.”
Lisette van der Horst: “De pilot met ’s Heeren Loo is een mooi voorbeeld van het verbinden van preventie met persoonsgerichte zorg; één van de strategische thema’s van GGD Gelderland-Zuid. We ondersteunen professionals om deze preventieve aanpak eigen te maken en te implementeren in hun dagelijks werk. Zodat professionals proactief thema’s als kinderwens, seksualiteit en anticonceptie bespreekbaar kunnen maken met hun cliënten.
Daarnaast is het voor ons van belang om zowel de lokale als de regionaal werkende ketenpartners te betrekken. We hebben periodiek voortgangsgesprekken met de gemeenten en bepalen samen welke ketenpartners belangrijk zijn om erbij te betrekken. We organiseren per gemeente of regio intervisie voor aandachtsfunctionarissen. Op deze manier weten professionals elkaar in het dagelijks werk ook beter te vinden en dat zorgt ervoor dat verwijzen naar elkaar laagdrempeliger wordt.
Naast het aanhaken van organisaties in het sociaal domein, is het voor ons ook belangrijk om het medisch domein goed te informeren en te kijken hoe we aan kunnen sluiten bij reguliere werkwijzen. Zodat de thema’s kinderwens, seksualiteit en anticonceptie structureel ingebed worden. Om een voorbeeld te geven: we zetten nu in op de implementatie van ZorgDomein, zodat huisartsen en verloskundigen gemakkelijker naar ons kunnen verwijzen zodra zij een casus willen opschalen.”
Martijn Houkes: “Inmiddels hebben we de resultaten van de pilot opgehaald en aanbevelingen gedaan. Deze helpen om NNZ verder te implementeren bij ’s Heeren Loo. Er is volop draagvlak binnen het Themanetwerk Seksualiteit en de gedragswetenschappers van ’s Heeren Loo om dit verder uit te rollen.
Lisette van der Horst: “Inmiddels werken binnen ’s Heeren Loo al steeds meer regio’s met het programma. En omdat het programma in steeds meer gemeenten wordt uitgevoerd zullen er ook nieuwe teams van ’s Heeren Loo betrokken gaan worden.
Daarom is het belangrijk dat we de samenwerking voortzetten. Nieuwe teams van ’s Heeren Loo die willen starten, krijgen over het algemeen eerst een inspiratiebijeenkomst. Vervolgens krijgen professionals een e-learning aangeboden. Professionals die geïnteresseerd zijn in de rol van aandachtsfunctionaris worden getraind en volgen samen met andere aandachtsfunctionarissen intervisie. Zij zijn de ambassadeurs binnen hun eigen organisatie. Zo rol je de werkwijze van het programma intern uit. Je kunt leren van ervaringen van anderen.”
Belangrijke rol voor aandachtsfunctionarissen
Angelique Versteegt en Heidi Heijmans zijn aandachtsfunctionaris NNZ bij ’s Heeren Loo. Angelique werkt als ambulante gezinshulpverlener. Heidi heeft als persoonlijk begeleider ‘wonen’ contact met groepen voor volwassenen bij ’s Heeren Loo.
Angelique Versteegt: “Ik breng het programma onder de aandacht in het team. Het personeel wisselt, dus blijft het belangrijk dat iedereen NNZ kent of leert kennen. Tijdens overleggen, bij casuïstiekbesprekingen en intervisie bespreken we hoe we met de onderwerpen kinderwens, seksualiteit en anticonceptie omgaan. We zien dat het begeleidingsteam veel behoefte heeft aan het bespreken van deze onderwerpen.
Ook bied ik materialen aan zoals praatplaten die handig zijn tijdens het gesprek met de cliënt. De eigen normen en waarden van de hulpverlener spelen ook een rol. Je moet in dit gesprek niet belerend zijn als hulpverlener. Dat merken de cliënten meteen. Het is belangrijk dat je er als cliënt over mag praten en als professional/zorgverlener geen oordeel hebt. En een beetje humor werkt ook altijd!”
Angelique Versteegt: “Als aandachtsfunctionaris heb ik de taak om NNZ in onze regio van ’s Heeren Loo verder te brengen. Ik was enthousiast en wist meteen dat ik dit graag wilde oppakken. Het sluit zo mooi aan bij de behoefte in de praktijk. De rol van aandachtsfunctionaris is belangrijk. Het is fijn om te merken dat het nu ook echt begint te lopen. Omdat de tijd om hiermee aan de slag te gaan nog te beperkt is, gaat het niet zo snel als ik zou willen. En NNZ houdt niet op bij het onder de aandacht brengen bij volwassenzorg en gezinsbehandelaars. Het is veel breder want ook contacten met bijvoorbeeld het zorgkantoor, huisartsen, verloskundigen, gemeenten en organisaties waar ’s Heeren Loo mee samenwerkt horen erbij.
Als we NNZ verder uitrollen binnen ’s Heeren Loo, is het goed om te kijken of we met meer mensen een kernteam van aandachtsfunctionarissen kunnen vormen in een gemeente. Dit helpt om NNZ te borgen.”
Heidi Heijmans: “We nemen NNZ mee in onze teambesprekingen en bij cliënt- en casuïstiekbesprekingen. Als we met een cliënt het gesprek voeren dan nemen we de collega’s standaard mee in dit proces.”
Heidi Heijmans: “In een gesprek over kinderwens gaf een jonge cliënt aan dat zij geen kinderen wil en een sterilisatie overwoog. Haar netwerk, waaronder haar ouders, en begeleiders vonden dit een drastisch besluit op deze jonge leeftijd. Ik ben met haar in gesprek gegaan en ook met haar partner. Haar partner had wat twijfels maar gaf aan dat hij zich aansluit bij het besluit dat zij zou nemen. Hij stelde zijn relatie boven het krijgen van een kind. En hij vroeg zich af of hij wel voor een kind kon zorgen. Door samen over deze vraag in gesprek te gaan heeft hij hier een antwoord op gekregen.
In deze casus heb ik de ondersteuning van mijn collega Angelique gevraagd, omdat ik naast aandachtsfunctionaris van NNZ ook haar persoonlijk begeleider ben. Het is belangrijk dat mijn cliënt de ruimte voelde om een open gesprek aan te gaan en dat er ook de mogelijkheid is om samen met partner een gesprek te voeren. Angelique heeft met haar een gesprek gevoerd en dit bleek een bevestiging van de keuze van de cliënt zoals ze ook al met mij had besproken. De cliënt heeft in haar gesprek met Angelique goed kunnen aangeven waarom ze geen kinderwens heeft en uiteindelijk een sterilisatie wil. Ze blijft bij deze keuze en gebruikt tot het zover is een andere vorm van anticonceptie.
In dit soort situaties ga je ook met de begeleider(s) van de cliënt in gesprek. Je adviseert over hoe je dit gesprek met de cliënt kunt voeren, zonder dat je hierbij je eigen waarden en normen laat meespelen. ”Dit laat zien dat Nu Niet Zwanger er niet alleen is voor de cliënt, maar ook om begeleider(s) te ondersteunen in deze gesprekken. ”
Angelique Versteegt: “Een andere cliënt kreeg in korte tijd twee kinderen en had de wens voor een 3e kindje. Haar directe omgeving stond daar niet achter en ik ben toen met haar in gesprek gegaan over haar kinderwens. Ook in ons gesprek gaf ze aan een wens te hebben voor een derde kindje. De cliënt was zich ervan bewust dat dit impact heeft op haar omgeving en haar relatie. Bij NNZ nemen we natuurlijk ook de partner mee in de gesprekken.
Al snel bleek dat ze al zwanger was en de zwangerschap niet af wilde breken. Ondanks dat dit misschien ten koste zou gaan van haar relatie. Ook in zo’n situatie moet je de keuze van de cliënt respecteren en ondersteun je haar.
We hebben haar netwerk, waaronder (schoon)ouders bij elkaar geroepen en samen besproken dat een afwijzende houding niet helpend is en hoe we haar wel kunnen ondersteunen.”
Dit voorbeeld laat zien dat NNZ er niet is om iemand van een kinderwens af te helpen. Maar om hierover eerlijk het gesprek te voeren. En als er wel een kinderwens is, dan ook te bespreken wat dit betekent en wat er dan nodig is om het kindje en de cliënt te ondersteunen.
Dat kan zowel voor, tijdens als na de zwangerschap. “Je voert deze gesprekken om cliënten hierin zo goed mogelijk te ondersteunen. Mensen vinden dat fijn en vaak ook leuk. We gebruiken daarbij vaak ook de praatplaten en een beetje humor. Het hoeft niet zwaar te zijn, het is belangrijk om te doen”, licht Angelique toe.
Angelique Versteegt: “Ik heb het niet als een pilot ervaren, maar ben als aandachtsfunctionaris aan de slag gegaan. Het bespreken van een kinderwens en anticonceptie deed ik al. Ik leerde over de mogelijkheden en hoe je een gesprek goed aan kan pakken. Het was verrassend dat ik zelf ook nog leerde over anticonceptie. Ik dacht dat ik er veel vanaf wist, maar er was nog best veel te leren. Ook de e-learning heeft daarbij geholpen. Je hebt als aandachtsfunctionaris de mogelijkheid om de inhoudelijk coördinator NNZ van de GGD in te schakelen bij vragen of ondersteuning in een specifieke casus, maar vaak doe ik het zelf.”
Heidi Heijmans: “Het bespreken van anticonceptie en seksualiteit deed ik al, maar vaak kwam deze vraag vanuit de cliënt of ouders als de cliënt seksueel actief werd. Het ging minder over de kinderwens en wat de client hierin wilde.
Ik ben nu meer bewust hiermee bezig en voer het gesprek eerder. Ik wacht niet tot de vraag komt, maar start zelf het gesprek. In het gesprek staat wat de cliënt wil centraal.
De kinderwens was vaak een moeilijk onderwerp om te bespreken met een cliënt. Vaak werd dit op de langere termijn geschoven. De e-learning heeft mij meer inzicht gegeven, hoe hierover een gesprek te voeren, je eigen rol, de mogelijkheden voor anticonceptie, het gebruik van praatplaten. Dit heeft mij meer handvatten gegeven om in gesprek te gaan met de cliënt en het niet vooruit te schuiven.”
Artikel downloaden
Wil je het artikel offline lezen en/of printen?