Factsheet samenwerking in een GLI-programma
Het welslagen van de GLI staat of valt met de samenwerking tussen een aantal organisaties. De basispartners in de uitvoering van een GLI zijn de leefstijlcoach, huisarts, beweegfunctionaris, professional uit het sociaal domein en een gezondheidsmakelaar (of andere verbinder gespecialiseerd in een duurzame aanpak).
De mate van samenwerking tussen deze partijen is van grote invloed op het aantal mensen dat start met een GLI, het aantal mensen dat de GLI daadwerkelijk afmaakt, en het aantal mensen dat gezond gedrag blijft houden na afloop van de GLI. Het is belangrijk dat de basispartners goed betrokken zijn bij de voorbereiding en de uitvoer van een GLI-programma. De praktijk laat echter zien dat de samenwerking tussen de basispartners vaak nog niet zo goed loopt. De oorzaak daarvan lijkt te liggen in enerzijds de motivatie van partners en anderzijds het gebrek aan faciliteiten en randvoorwaarden om te kúnnen samenwerken. Deze factsheet beschrijft welke factoren binnen het thema ‘Samenwerking in een GLI-programma’, volgens het GLI-netwerk Regio Nijmegen, invloed hebben op de deelname van mensen met overgewicht en obesitas aan een GLI-programma.
Onderstaande factoren hebben invloed op het resultaat van een GLI, zowel op niveau van de individuele deelnemer als op niveau van gemeente, regio en op landelijk niveau.
Download het PDF bestand ‘Factsheet samenwerking in een GLI-programma’.
Samenwerking in een GLI-programma wordt beïnvloed door de volgende factoren
De mate waarin basispartners betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering van het programma.
Bijvoorbeeld: zonder verwijzing van de huisarts wordt deelname aan de GLI niet vergoed. Dit vraagt dat de huisarts onderdeel is van de samenwerking.
Faciliteiten en rondvoorwaarden om samen te kunnen werken.
Hierbij gaat het om financiën, tijd, een duidelijke taak hebben op gebied van gezond gewicht/leefstijl van volwassenen, vertrouwdheid met elkaar en bereidheid om samen te werken.
Lokale, regionale en landelijke afspraken.
Aanwezigheid van focus op het thema gezond gewicht voor volwassenen, gerichte inzet op doelgroepen of buurten, de mate waarin voorzien is in een ketenaanpak zijn van invloed op de samenwerking.
Daarnaast is samenwerking in sommige GLI-interventies een vereiste, zoals bij SSiB.
Knelpunten en succesfactoren bij samenwerking in een GLI-programma
Zorg dat er ook partners uit het sociaal- en zorgdomein meewerken aan de uitvoer van het GLI-programma. In de ideale situatie bestaat de samenwerking uit minimaal 5 vertegenwoordigers:
- De huisarts: verwijst door. Een intensievere bijdrage kan ook, bijvoorbeeld door actief onder de patiëntenpopulatie te werven voor deelname aan de GLI.
- De leefstijlcoach: voert de coaching uit.
- De beweegprofessional zoals een buurtsportcoach: ondersteunt het opstarten en blijvend (lokaal) bewegen (zie de factsheet ‘Doorstroom naar bewegen’).
- De gezondheidsmakelaar: heeft mogelijkheid om het sociaal- en zorgdomein te betrekken bij de aanpak, de aanpak te verbinden aan lokaal beleid (ketenaanpak) of een faciliterende rol te ver-vullen (afspraken maken, verslaglegging, communicatie).
- Het sociaal domein (zoals opbouwwerk, uitvoerders bij ‘werk en inkomen’, leden van het sociaal team): staat dicht bij bewo-ners en kan een rol vervullen bij de werving. Daarnaast kan het sociaal domein een belangrijke rol speken als bij de intake of gedurende de uitvoering van het programma mocht blijken dat er meer speelt dan alleen overgewicht (denk bijvoorbeeld aan schuldenproblematiek). Snel schakelen met het sociaal domein kan helpen om uitval te voorkomen.
De GLI wordt effectiever als deze deel uitmaakt van een bredere gemeentelijke aanpak voor gezond gewicht bij volwassenen (ketenaanpak). Zo’n brede aanpak kan als volgt gestimuleerd worden:
- Prioriteer een specifieke doelgroep in het gemeentelijk beleid en faciliteer dat daar voor gewerkt kan worden. Kies bijvoorbeeld voor een focus op mensen met een lage sociale economische positie. Pas het GLI-aanbod op deze groep aan, en zoek er samenwerkingspartners bij die affiniteit hebben met deze doelgroep. Voor professionals die juist met deze doelgroep (willen) werken is dat stimulerend en verbindend. De samenwerking wordt erdoor vergemakkelijkt.
- Zorg voor financiële ondersteuning van uren die nodig zijn voor het samenwerken. Deze (indirecte) uren moeten anders door de huisartsen, leefstijlcoaches en fysiotherapeuten op vrijwillige basis worden verricht.
- Geef (in opdrachtverlening/taakstelling) sociaal werkers en buurtsportcoaches ruimte om op dit thema in te zetten: faciliteer tijd, ruimte en prioriteit voor samenwerking.
- Faciliteer een uitgebreidere ketenaanpak. Dat kan door, naar voorbeeld van ‘het Basismodel’ van Partnerschap Overgewicht Nederland, het aanstellen van een ‘Centrale Zorg Coördinator’. Of door aanvullende nazorg te organiseren. Dus na de 2-jarige coaching contact houden met deelnemers over het verloop. Bijvoorbeeld door een extra opdracht voor leefstijlcoaches of terugkoppeling naar en rol voor de huisarts.
Organiseer in het werkgebied verschillende soorten GLI-programma’s. Zodat er voor verschillende doelgroepen een passend aanbod is. Elk programma heeft eigen unieke kwaliteiten, doelgroepen, methoden en coaches. Zorg dat er een dekkend aanbod is voor verschillende doelgroepen zodat zoveel mogelijk mensen een passende GLI kunnen vinden.
- Zorg dat leefstijlcoach en de andere samenwerkingspartners over elkaar geïnformeerd zijn.
- Zorg dat de uitvoerders (leefstijlcoaches) van verschillende GLI’s regelmatig met elkaar afstemmen.
- Zorg dat de leefstijlcoaches van de verschillende GLI’s naar elkaar door verwijzen om zo de meest passende aanpak bij een deelnemer te krijgen.
Informeer deelnemers zo dat ze realistische verwachtingen hebben van het GLI-programma dat ze gaan volgen. Hiermee voorkom je uitval.
- Zorg dat verwijzers voldoende inhoudelijke kennis hebben van het GLI-programma en van de criteria waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor deelname. Dit bereik je onder andere door een persoonlijke kennismaking met de leefstijlcoach.
- Zorg dat er goed wordt gekeken bij welk GLI-programma iemand het best op zijn plek is.
- Organiseer dat er financiering is voor een uitgebreidere intake bij de leefstijlcoach. Huisartsen hoeven dan alleen een algemene verwijzing te doen. De kennismaking, screening en het (uitgebreid) informeren van de deelnemers gebeurt dan door de leefstijlcoach.
Verwijzingen
- Pharos.nl
- Voor meer informatie en de reeks factsheets: ‘Verwijzen naar en deelname in een GLI-programma’, ‘Samenwerking van partners’, ‘Doorstroom naar bewegen’, ‘Financiering en contractering’, ‘Specifieke doelgroep’ in de regio Nijmegen, kijk op de website van de GGD Gelderland Zuid
- Voor meer informatie over de GLI landelijk, kijk op de website van Loket Gezond Leven
- Voor meer informatie over verwijzing met uitgebreide intake kijk eens op extracool.nl
Vragen over de factsheet? Mail naar gezondleven@ggdgelderlandzuid.nl.