Evenementen

Bij het organiseren van een evenement, of het nu een dansfeest, een vierdaagse of een bloemententoonstelling betreft, komt veel kijken. Bij veel evenementen moeten speciale voorzieningen getroffen worden. Voorzieningen die vaak van tijdelijke aard zijn.

Ook tijdelijke voorzieningen, denk bijvoorbeeld aan: sanitair, hulpposten, catering en tijdelijk aangelegde kampeerterreinen, moeten aan eisen voldoen. Want daar waar veel mensen samenkomen en gebruik maken van dezelfde voorzieningen, is de kans op overdracht bacteriën en virussen groter. En dat zou kunnen betekenen dat mensen ‘en masse’ ziek kunnen worden.

Overleg

De GGD voert vooraf overleg met de organisatie van een evenement om te beoordelen of men alle risico’s goed heeft ingeschat en daarvoor de nodige maatregelen heeft genomen. Aan de hand van de hygiënerichtlijnen voor evenementen wordt bekeken of men aan alle eisen voldoet. In een aantal gevallen wordt er tijdens het evenement gecontroleerd of de maatregelen worden nageleefd.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Bij publieksevenementen, gehouden op één dag of bij een meerdaags evenement, kan er veel afval ontstaan. Afval kan vooral in combinatie met warmte een bron van ziektekiemen zijn en zorgen voor geuroverlast. Dit indien het niet zorgvuldig en regelmatig wordt opgeslagen, verwijderd of afgevoerd. Afval trekt bovendien ongedierte aan die op hun beurt weer ziektekiemen bij zich kunnen dragen. Scherp afvalmateriaal kan tevens verwondingen veroorzaken.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Zorg dat er voldoende afvalbakken bij de start van het evenement aanwezig zijn.
  • Zorg dat het afval tijdig wordt geleegd en opgehaald, zodat er geen afval rond of buiten de afvalbakken wordt gedeponeerd.
  • Zorg voor een aparte opslagplaats voor het verzamelde afval. Houd het zodanig schoon dat het geen ratten en ander ongedierte aantrekt. En draag zorg voor afsluitbare afvalcontainers.
  • Bij de aanwezigheid van glas of ander scherp afval: verzamel dit afzonderlijk.
  • Vervuiling doet vervuilen: bij een schone ondergrond is het publiek sneller geneigd een afvalcontainer op te zoeken.
  • Vermijd ‘drempels’: plaats afvalcontainers niet te ver van het publiek. Zorg voor afvalcontainers zonder (vieze) deksel.
  • Overleg tijdig met uw gemeente over de afvoer van afval en afvalwater. Schakel hiervoor zo nodig een gespecialiseerd bedrijf in.
  • Zorg dat afvalwater van catering, toiletten, douches, wasbakken en stortplaatsen (chemische toiletten) afgevoerd wordt via de bestaande riolering. Of opvangen in speciaal daarvoor bestemde opslagtanks. Het is niet toegestaan om zonder vergunning afvalwater te lozen in de bodem (de sloot, de berm etc.).

Welke wet- of regelgeving geldt er

Diverse wet- en regelgeving kunnen van toepassing zijn zoals:

  • Warenwetregeling ‘ Hygiëne van levensmiddelen’, zie ook de pagina Eten en drinken bij evenementen. op de website van Nederlands Voedsel- en Warenautoriteit.
  • Besluit ‘Lozen buiten inrichtingen’ van 16 maart 2011. Houdende algemene regels voor lozen van afvalwater anders dan vanuit een inrichting.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Bij publieksevenementen kunnen bezoekers alcohol en drugs gebruiken. Daarbij kan het gaan om alcoholhoudende dranken die bezoekers tijdens het evenement aanschaffen en om alcohol en drugs die bezoekers meenemen. Dat brengt zowel veiligheids- als gezondheidsrisico’s met zich mee. Bezoekers kunnen te veel drinken of te veel drugs gebruiken, waardoor ze ziek kunnen worden en gezondheidsschade kunnen oplopen. Daarnaast kunnen ze onder invloed van drank of drugs grensoverschrijdend of agressief gedrag vertonen, waardoor ze zichzelf en anderen schade kunnen toebrengen.

Bij alcoholgebruik spelen in het algemeen de volgende gezondheidsrisico’s een rol:

  • Alcohol is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen en andere organen die in de groei zijn.
  • Het drinken van alcohol op jonge leeftijd kan leiden tot alcoholproblemen op latere leeftijd (verslaving).
  • Jongeren lopen sneller het risico om een alcoholvergiftiging te krijgen.
  • Alcohol en drugs spelen een grote rol bij agressie, geweld en ongevallen in het verkeer.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Zorg voor toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving over alcohol- en drugsgebruik.
  • Controleer de leeftijd van jongeren onder de 18 jaar en voorkom dat deze groep alcohol aanschaft. Gebruik bijvoorbeeld verschillende kleuren polsbandjes.
  • Voorkom dat bezoekers alcohol naar binnen smokkelen, laat geen flesjes of flacons toe.
  • Schenk geen drank met een hoog alcoholpercentage.
  • Schenk geen alcohol aan dronken personen.
  • Zorg voor een aantrekkelijk alcoholvrij aanbod.
  • Zorg ervoor dat mensen wat kunnen eten. Verwacht je dat bezoekers drugs gebruiken? Neem dan ook zoute voeding (zoals soep of chips) op in het assortiment.
  • Zorg voor voldoende punten waar mensen kunnen uitrusten.

Denk aan informatievoorziening aan bezoekers en deelnemers, vooraf en tijdens het evenement:

  • Vermeld het alcohol- en drugsbeleid in de huisregels (bijvoorbeeld op de website en toegangskaart).
  • Zorg dat de huisregels goed en duidelijk zichtbaar zijn tijdens het evenement.
  • Instrueer de medewerkers over het alcohol- en drugsbeleid.

Let bij een risico op overmatig alcohol- en/of drugsgebruik bovendien op de volgende punten:

  • Verstrek gratis drinkwater om oververhitting te voorkomen.
  • Beman de drinkwaterpunten met medewerkers of vrijwilligers die kennis hebben van risico op watervergiftiging bij drugsgebruik, met name bij XTC.
  • Minimaal de helft van de EHBO-ers moet een aantekening drank- en drugsgerelateerde problematiek hebben. Koppel hulpverleners zonder aantekening aan een hulpverlener met aantekening. Overweeg bij grote evenementen de inzet van een EHBO’er op het niveau van Advanced Life Support (ALS).
  • Richt bij een risico op overmatig drugsgebruik nabij of in de EHBO-post een chill-out ruimte in met medisch toezicht en weinig prikkels.

Overig:

  • Is het evenement in de buurt van water? Voorkom dan dat bezoekers onder invloed van drank of drugs het water en/of boten betreden.
  • Deelnemers aan activiteiten (obstacles), motorsport- of (vogel)schiet-evenementen mogen geen alcohol of drugs gebruiken.
  • Stel bij grote evenementen een risicoanalyse en een veiligheidsplan op, waarin je vastlegt welke maatregelen je wilt nemen. De gemeente beoordeelt dit plan tijdens de vergunningenprocedure.

Welke wet- of regelgeving geldt er

De belangrijkste wetten:

  • De Drank- en Horecawet (DHW) geeft gemeenten de verantwoordelijkheid over handhaving, toezicht en vergunningverlening.
  • De Opiumwet (Opw) geeft aan welke drugs verboden zijn.
  • Daarnaast hebben gemeenten hun eigen beleidsregels over alcohol en drugs.

Meer informatie

Meer informatie over alcohol- en drugsgebruik vind je op de websites van:

  • Unity – Unity richt zich op bewustwording met doelgroep participatie.
  • Jellinek – Jellinek heeft informatie over waterinname tijdens evenementen met drugsgebruik.
  • Iriszorg richt zicht op bestrijden van alcohol- en drugsmisbruik.
  • Trimbos-Instituut – Het Trimbos-Instituut geeft een leidraad voor gemeenten uit over alcohol en drugs bij evenementen.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Als bij een evenement dieren aanwezig zijn of mogelijkheid van contact met dieren, kunnen infectieziekten worden overgebracht. Denk aan vogelshows of andere diertentoonstellingen, ponyrijden of het aaien van (landbouw)huisdieren. Een infectieziekte waarbij mensen door dieren besmet worden heet een zoönose. Verschillende soorten ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten veroorzaken Zoönosen. Het dier hoeft zelf niet ziek te zijn, het kan de ziekte wel bij zich dragen.

Besmetting van de mens kan via direct contact, via de lucht (spetters, stofdeeltjes), via contact met lichaamsvloeistoffen (o.a. bloed, slijm, urine, ontlasting) en via indirect contact (via besmette voorwerpen als deurknoppen en dierproducten als wol en mest).

Op de website van Evenementeninformatie staan welke zoönosen bezoekers van een evenement met dieren besmet kunnen raken.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Plaats een wastafel met stromend water, een zeepdispenser, wegwerphanddoekjes en afvalbak in de directe omgeving van de dierverblijven. Daar kunnen bezoekers, eigenaren en verzorgers hun handen wassen na contact met dieren.
  • Zorg dat bezoekers geen direct contact met de vogels hebben. Maak kooien schoon buiten de openingsuren en zorg voor goede ventilatie van de ruimte.
  • Houd paden en gebieden waar bezoekers, eigenaren en verzorgers komen vrij van mest, strooisel uit kooien en andere dieruitwerpselen. Zo voorkomt je verspreiding.
  • Zorg voor minimaal dagelijkse schoonmaak van de bezoekerspaden, dierverblijven en de voerbakken.
  • Houd reptielen, amfibieën e.d. in degelijke, afgesloten terrariums en laat ze er niet uit tijdens de tentoonstelling. Laat bezoekers geen direct contact met de reptielen, amfibieën e.d. hebben.
  • Geef de bezoekers geen toegang tot de dierverblijven, zoals stallen, veewagens en de mestopslag. Laat bij het lammeren geen bezoekers aanwezig zijn.
  • Laat alleen schone, gezonde dieren toe op het evenement en registreer dit in een logboek. Zorg dat vacht, veren of haren van dieren vrij zijn van mest en uitwerpselen.
  • Zonder zieke dieren direct af en schakel een dierenarts in. Er kan een meldingsplicht zijn.
  • Zorg dat eet- en drinkgelegenheden voor de bezoekers, eigenaren en verzorgers gescheiden zijn van de dierverblijven.
  • Stel huisregels op voor de bezoekers, eigenaren en verzorgers en maak deze duidelijk kenbaar tijdens het evenement. Denk aan: handen wassen na contact met dieren, voor u iets gaat nuttigen of uw gezicht aanraakt. Zijn er specifieke infectierisico’s voor de diverse bezoekers (zwangeren, ouderen, kinderen of personen met ene verminderde afweer)? Adviseer dan om bij specifieke klachten eerder naar de huisarts te gaan, enz.

Welke wet- of regelgeving geldt er

De organisator van een tentoonstelling of evenement met dieren moet dit vooraf melden bij de NVWA (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit). Op de website van NVWA staat meer informatie over de aanmelding, de termijnen van aanmelden voor de verschillende diersoorten, eisen rond (gezelschaps)dieren, enzovoort. Ook voor de dierhouder zijn er soms verplichtingen.

Specifieke wet- en regelgeving rond circussen

Het gebruik van wilde dieren in circussen is het afgelopen decennium steeds vaker onderwerp geweest van een groeiende maatschappelijke discussie. Deze dieren worden gebruikt voor vermaak van mensen. Dit wordt steeds minder gezien als een gerechtvaardigd doel voor het gebruik van dieren. Vooral wanneer het welzijn en de integriteit van het dier daarbij wordt aangetast. Een verbod is ingesteld op het gebruik van wilde dieren in circussen. Daarom heeft de Rijksoverheid het gebruik van wilde zoogdieren in circussen verboden. Dit verbod geldt sinds 15 september 2015.

De dieren die wel zijn toegestaan:
Ezel, Paard, Hond, Kat, Rund, Schaap, Geit, Varken, Lama, Alpaca, Kameel, Dromedaris, Konijn, Bruine rat, Huismuis, Cavia, Gerbil, Goudhamster.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Het verstrekken van eten en drinken bij een publieksevenement (vanuit een tijdelijke voorziening) kan risico’s met zich meebrengen. Bijvoorbeeld door de afwezigheid van stromend water. Of onvoldoende reiniging van de ruimte en materialen waar(mee) het eten wordt bereid of uitgegeven en onvoldoende persoonlijke hygiëne. Ook  het inzetten van onbekwaam personeel en een verkeerde bewaartemperatuur van voeding is een risico. De kans op voedselinfecties is dan verhoogd aanwezig.

Wat kunt en /of moet je zelf doen

Als organisator van een evenement moet je er zeker van te zijn dat de professionele en/of particuliere aanbieders van etenswaren werken volgens de geldende wet- en regelgeving.

In ieder geval moet deze aanbieder ervoor te zorgen dat:

  • Er stromend water en zeep aanwezig is. Dan kunnen de handen gewassen worden en kan het kookgerei afgewassen worden. Ook de werkruimte kan dan worden schoongemaakt.
  • De ruimte en het materiaal waar(mee) het eten en drinken bereid wordt schoon is. En goed schoon te maken is. Zorg voor gladde oppervlakte zonder beschadigingen.
  • Er geen vuil in het eten en drinken kan waaien.
  • De bezoekers / deelnemers van het evenement het eten niet kunnen aanraken vóór uitgifte/verkoop.
  • Bederfelijke etenswaren goed gekoeld worden bewaard.
  • Bereid en warm eten voldoende warm wordt gehouden.
  • Levensmiddelen niet direct op de grond staan.
  • Dieren gescheiden blijven van levensmiddelen. En dierverblijven niet in de directe buurt worden geplaatst van de ruimte waar het eten wordt bereid en uitgegeven.

Welke wet- of regelgeving geldt er

Professionele en particuliere aanbieders van bederfelijke eet- en drinkwaren moeten zich houden aan strenge regels o.a. met betrekking tot hygiëne. Op foodmarkets, vrijmarkten, braderieën en andere evenementen waar eten en drinken (vanuit een tijdelijke voorziening) worden bereid en/of verstrekt. Onder andere de volgende wet- en regelgeving is van toepassing:

  • Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen. Het gaat vooral over hygiënische en veilige productie.
  • Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. Het gaat over HACCP, bereiding, behandeling, bewaring, verpakking en vervoer.

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) controleert of professionele en particuliere verkopers op evenementen zich houden aan de hygiëneregels bij het aanbieden van eten en drinken.

Specifieke informatie over voedselinfecties

Wanneer meerdere ziektegevallen bij mensen bekend zijn na het evenement, moet u dit melden bij de afdeling infectieziektebestrijding GGD Gelderland-Zuid op telefoonnummer: 088 –  144 71 26.

Meer informatie

Informatie over de NVWA, regels particuliere aanbieders, eisen rond levensmiddelen, voedselveiligheidsplan, eisen hygiëne en inrichting mobiele bereidingsruimten vind je op de website NVWA.

Andere regelgeving welke van toepassing is:

  • Verordening (EG) Nr. 852/2004. Dit is de hygiëneverordening die bepaalt dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven verplicht zijn te werken met een voedselveiligheidsysteem (HACCP), en aan een aantal basisvoorwaarden uit de bijlage moeten voldoen.
  • Verordening (EG) Nr. 2073/2005. Deze verordening bevat de microbiologische criteria (veiligheidsnormen en procesnormen) waaraan levensmiddelen moeten voldoen.
  • Verordening (EG) Nr. 178/2002.Een algemene levensmiddelenverordening met onder andere in artikel 2 de definitie van levensmiddelen.

Onder tijdelijke zwemwaterinrichtingen wordt verstaan bijvoorbeeld activiteiten tijdens een evenement in water dat niet is aangewezen als officiële zwemwaterlocatie zoals sloten of havens. Denk daarbij aan evenementen als cityswim wedstrijden, survival runs, mudruns, paalzitten.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Activiteiten in water van tijdelijke zwemwatervoorzieningen bij een evenement brengt risico’s met zich mee. Zo kunnen door ziekmakende bacteriën of virussen die van nature in het water voorkomen gezondheidsklachten optreden. Denk hieraan bij het aanbieden van zwemmen in water van een niet officiële zwemwaterlocatie. Op de website evenementeninformatie staat meer informatie over deze gezondheidsklachten.

Welke wet- of regelgeving geldt er

Zwembaden, badinrichtingen en zwemgelegenheden zoals meren, plassen, e.d. moeten voldoen aan hygiëne en veiligheidsvoorschriften. De Wet en het ‘Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden’ stellen minimumeisen aan de kwaliteit van het Nederlandse zwemwater. De provincie kan aanvullende eisen stellen.

Per regio worden meren, plassen e.d. aangemerkt als officiële zwemwaterlocatie. Alleen op die locaties is sprake van zwemwaterbeheer. En wordt het water volgens Europese richtlijnen vanaf april tot en met september onderzocht op bijvoorbeeld de aanwezigheid van colibacteriën.

Bij evenementen waar activiteiten plaatsvinden in water dat niet is aangewezen als officiële zwemwaterlocatie of in water van een, door de organisatie van het evenement, geplaatst zwembad e.d., dien je als organisator zelf te onderzoeken of de waterkwaliteit voldoende is.  En moet worden voldaan aan de vergunningvoorschriften van de gemeente.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

Het algemene advies luidt: laat geen activiteiten plaatsvinden in water van een niet-officiële zwemwaterlocatie. Besluit je toch een evenement op te zetten rond een niet-officiële zwemwaterlocatie let dan op het volgende:

  1. Communicatie naar deelnemers / bezoekers voorafgaand aan het evenement
  2. Maatregelen voorafgaand aan het evenement
  3. Voorzieningen rond het evenement
    Zorg voor de mogelijkheid voor de deelnemers / bezoekers om te kunnen douchen na de activiteiten.

Meer informatie

Te hard

Door langdurig en regelmatig blootstaan aan (te) harde muziek neemt de kans op gehoorschade toe. Of het nu gaat om een te hoog geluidsvolume op een MP3-speler of tijdens festivals, concerten of discotheekbezoeken. Een van de eerste symptomen bij blootstelling aan te hoge geluidsvolumes is het optreden van oorsuizingen. Dit waarschuwingssignaal wordt meestal echter pas opgemerkt wanneer het volume van het omgevingsgeluid laag is. Indien het gehoor rust gegund wordt, gaat dit meestal na een of twee dagen weer over; indien het signaal echter genegeerd wordt kan dit een levenslange afwijking worden.

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er in Nederland jaarlijkse ruim 20.000 jongeren bijkomen met gehoorklachten die zijn ontstaan door blootstelling aan te harde muziek. Daarvan uitgaand dreigt ruim veertig procent van de jongeren blijvende gehoorproblemen te krijgen. Eén op de tien jongeren loopt het risico op zeer ernstige en blijvende gehoorschade.

De gevolgen van gehoorschade voor het dagelijks functioneren zijn flink: permanent oorsuizen, overgevoeligheid voor geluid, slecht spraakverstaan, problemen met communicatie. Ook kan slechthorendheid leiden tot arbeidsuitval. We kunnen niet genoeg benadrukken dat schade aan het gehoor door lawaai onherstelbaar is.

De omvang van het probleem groeit in de toekomst waarschijnlijk nog veel sterker. Dit komt  doordat de nu nog milde gevallen van gehoorverlies van 10-20 dB(A) zullen optellen bij het ouderdomsgehoorverlies (bij mannen van 50 jaar 25 dB(A).

Opvallend is dat onafhankelijke onderzoeken laten zien dat een groot deel (tot ruim 80%) van het jongerenpubliek bij muziekfestivals (Breda Barst, 2007) en andere uitgaansgelegenheden (Club Judge, 2010) het geluidsniveau als te hard ervaart.

Effecten

Maar al te vaak is het geluidsvolume bij festivals en concerten (te) hoog. Op house-en danceparty’s zijn geluidspieken van meer dan 140 dB gemeten. Dergelijke pieken kunnen leiden tot onherstelbare acute doofheid: een levenslange handicap. Op diverse festivals worden gemiddelde geluidsintensiteiten van 100 tot 105 dB gemeten. Bij regelmatige blootstelling (15 uur per week) aan vrijetijdslawaai bestaat echter al vanaf 88 dB(A) een risico op gehoorschade (Audiologisch Nederland, 2012). Het risico op gehoorschade neemt al toe als men regelmatig langer dan een kwartier blootstaat aan 90 dB.

Dat staat gelijk aan verkeergeraas langs een drukke snelweg. Wanneer het gehoor dan tussentijds geen gelegenheid krijgt zich te herstellen, kan ook dan blijvende gehoorschade optreden. Meer dan de helft van de jongeren onderschat het risico op gehoorschade voor henzelf. Gehoorschade door harde muziek lijkt jongeren vooral een aandoening die anderen overkomt (e.g. Vogel, 2009).

Mede daarom is het vergroten van de bewustwording van de individuele bezoeker van belang, evenals het stellen van limieten aan de geluidsterkte op een festival, concert of discotheek.

Wat kunt en /of moet je zelf doen

Op grond van de ARBO-wetgeving is een organisator verplicht om maatregelen voor zijn werknemers/ vrijwilligers te nemen. Maatregelen die de organisator kan nemen om gehoorschade voor de bezoeker tot een minimum te beperken of zelfs te voorkomen, zijn:

  • Geluidsniveau van muziekevenementen beperken tot maximaal 103 dB(A) vanaf de geluidsboxen. (Zie ‘convenant geluidsbeleid muzieklocaties’ van de nationale Hoorstichting en branche organisaties).
  • In de handreiking ‘gehoorschade bij jongeren en het standpunt van GGD Nederland (oktober 2013)’ wordt gesteld dat vanaf 92.5 dB(A) altijd extra maatregelen nodig zijn.

In het nieuwe convenant tussen van Rijn en podium organisaties wordt zelfs gesproken over maatregelen vanaf 87 dB(A).  “De muzieklocaties informeren de bezoekers over het belang van het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen; bijvoorbeeld via posters of het vertonen van de afbeelding van een oordopje; bij geluidsniveaus boven de 87 dB(A).“

  • Verstrekken/aanbieden van oordoppen. In de toonhoogte van het spraakbereik gefilterde oordoppen genieten de voorkeur (minimaal 20 dB demping, en/ of SNR 17).
  • Instellen van geluidsluwe zones en stille pauzes tijdens festivals, concerten en discotheken.
  • Plaatsen van een ‘decibelbord’ met actuele informatie voor het publiek over de geluidssterkte.
  • Afschermen van de geluidsboxen tot een afstand van tenminste 2 meter.
  • Het publiek duidelijke voorlichting geven over het ontstaan van gehoorschade. Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de Nationale Hoorstichting. Op  de website van Nationale Hoorstichting staan de contactgegevens.
  • Adviseer bezoekers om gedurende tenminste 24 uur na het bezoek af te zien van het gebruik van persoonlijke muziekspelers, zoals de MP3-speler.

Verantwoordelijkheden

Het voorkomen van gehoorschade is niet alleen een verantwoordelijkheid van de festival-, concert-, of discotheekbezoeker. Naast de verantwoordelijkheid van de bezoeker is er ook een rol weggelegd voor de vergunningverstrekkende gemeente en de organisator of uitbater.

In ons land is bij wet geregeld dat werknemers bij een geluidsniveau vanaf 85 dB gehoorbescherming moeten dragen. Voor bezoekers van festivals, concerten en house-of danceparty’s is bij wet echter niets geregeld. En dat terwijl het risico op gehoorschade voor bezoekers aanwezig is. Daarom geven wij het advies dat organistoren van muziekevenementen het geluidsniveau beperken tot maximaal 103 dB. Dit is overeenkomstig het nieuwe convenant, zoals genoemd onder het hoofdstuk Maatregelen) en bij voorkeur zelfs lager.

De kans op gehoorschade treedt namelijk al op vanaf een regelmatige blootstelling aan 88 dB(A) (Audiologisch Nederland: Expert Opinion 2012). Het is aan de gemeente om vanuit gezondheidsoogpunt een geluidsbepaling in de vergunning op te nemen. Daarbij geldt dat elke afspraak waarbij een lagere norm kan worden afgesproken dan het eerder genoemde maximum van 103 dB(A), zich direct zal vertalen in een verlaagd risico op gehoorschade.

In dit verband verwijzen we ook graag naar het Standpunt van GGD Nederland en de bijbehorende ‘Handreiking gehoorschade jongeren bij festival-en uitgaansmuziek.’ Deze handreiking staat op de website van Loktetgezondleven.nl.

Meer informatie

Meer informatie is ook te vinden op volgende websites:

Wat is kleurenpoeder

Bij sommige evenementen (color runs) wordt gebruik gemaakt van kleurenpoeder. Deelnemers, bezoekers en medewerkers van deze evenementen kunnen worden blootgesteld aan deze kleurenpoeders. De samenstelling van het poeder is vaak onbekend. De kleurenpoeders die in Nederland gebruikt worden, bestaan voornamelijk uit zetmeel (aardappel of maïs) en kleurstoffen. Maar de samenstelling van de kleurstoffen kan variëren, ze kunnen ook zware metalen bevatten. De organisatie van het evenement is verantwoordelijk voor de juiste samenstelling van het kleurenpoeder. De organisatie moet ook gegevens over de samenstelling kunnen aanleveren. Vanuit gezondheidskundig oogpunt wordt het gooien van (kleuren)poeder bij een evenement in het algemeen ontraden, omdat dit risico’s met zich meebrengt. Als de organisatie wel (kleuren)poeder gebruikt, adviseert de GHOR onderstaande maatregelen te nemen.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Wanneer deelnemers gooien met kleurenpoeder kunnen plaatselijk kleurstofwolken ontstaan. Dat is afhankelijk van het weer, de hoeveelheid poeder en de wijze waarop dit verspreid wordt. De kleurstofwolken kunnen een risico vormen voor deelnemers, bezoekers en medewerkers van het evenement. Het kleurenpoeder komt via de lucht terecht op de huid, in de ogen en in de luchtwegen. Ook door transpiratie kunnen deeltjes in de ogen komen.

Dit kan de volgende klachten opleveren:

  • Irritatie aan de ogen, vooral bij mensen die lenzen dragen.
  • Hoest- en benauwdheidsklachten, vooral bij mensen die problemen aan de luchtwegen hebben (zoals astma).
  • Irritatie van de huid (roodheid, zwelling, jeuk).
  • Bij mensen met een allergie voor kleurstoffen en/of metalen kan een allergische huidreactie optreden. Deze reactie kan tot 48 uur na het evenement optreden.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Informeer de deelnemers, medewerkers (vrijwilligers) en publiek vooraf over de mogelijke risico’s.
  • Waarschuw deelnemers het poeder niet in het gezicht van andere bezoekers te gooien.
  • Adviseer gebruik van brillen om contact met de ogen te voorkomen. Dragers van contactlenzen kunnen hun lenzen beter niet dragen; zij zijn extra gevoelig voor irritaties door stof in de lucht.
  • Zorg voor oogdouches zodat bezoekers hun ogen kunnen spoelen. Dit kunnen waterflesjes zijn of oogdouches bij de EHBO- en strooipunten.
  • Stel stofmaskers/mondkapjes beschikbaar voor deelnemers en omstanders.
  • Zorg voor een handenwasgelegenheid met water van drinkwaterkwaliteit zodat deelnemers poeder kunnen wegspoelen uit hun ogen of mond.
  • Adviseer mensen met luchtwegklachten (zoals astma) om niet deel te nemen aan het evenement. Adviseer toeschouwers (met luchtwegklachten) op voldoende afstand te blijven, zodat ze zo min mogelijk stof inademen.
  • Poeders zijn soms licht ontvlambaar. Vraag daarom de brandweer ook om advies.
  • Zorg ervoor dat er EHBO-geschoold personeel aanwezig is bij het evenement.

Welke wet- of regelgeving geldt er

  • In Nederland is de Warenwet van toepassing op kleurenpoeders.
  • De EU-richtlijn voor algemene productveiligheid is van toepassing.
  • Als er sprake is van risico’s op brand en stofexplosie, is ook hierop wet- en regelgeving van toepassing. RIVM adviseert om alleen kleurenpoeders te gebruiken die niet-brandbaar zijn en niet leiden tot stofexplosies.

Meer informatie

Meer informatie over kleurenpoeders vindt je bij het op de website van het RIVM, dat duidelijke richtlijnen heeft opgesteld. Daarin wordt met name op de brandveiligheid ingegaan.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Bij evenementen kunt u gebruik maken van tijdelijke watervoorzieningen. Bij zowel vaste als tijdelijke watervoorzieningen bestaat het risico op een legionellabesmetting wanneer er sprake is van waterverneveling. Denk daarbij aan tijdelijke douches op evenementen campings, fonteinen of het besproeien van publiek bij hitte.

Onder vernevelen wordt verstaan: door een waterinstallatie geproduceerde, zeer kleine, waterdruppeltjes, ook wel ‘aerosolvorming’ genoemd.

Legionella bacteriën kunnen groeien in watervoorzieningen en in de lucht komen als het water wordt verneveld. Het kan namelijk op een waterdruppeltje ‘meeliften’. De bacteriën kunnen een ernstige longontsteking, de veteranenziekte, veroorzaken.

Welke wet- of regelgeving geldt er

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft gesteld dat bij bepaalde waterinstallaties legionellapreventie vanuit volksgezondheidsperspectief noodzakelijk is. Met betrekking tot evenementen betreft het o.a. de volgende waterinstallaties op:

  • Locaties (evenementen) waar tijdelijk of permanent water openbaar (voor iedereen toegankelijk) wordt verneveld door:
    – bubbelbaden
    – overdekte of gedeeltelijk overdekte sproei-installaties zoals fonteinen
    – mistsystemen voor o.a. (terras)koeling, productbevochtiging of decoratie
    – mobiele natte koelers (o.a. mistventilator)
    – luchtbevochtigingsinstallaties of vergelijkbare installaties om de luchtvochtigheid te verhogen in ruimten die nadelig beïnvloed worden door droge lucht.
  • Evenementen waar gebruik wordt gemaakt van tijdelijk aangelegde drinkwaterinstallatie met vernevelende tappunten, zoals tijdelijk aangelegde douches.

Bij een evenement waar water wordt verneveld, zijn legionellapreventiemaatregelen verplicht vanuit wetgeving:

  • Drinkwaterbesluit hoofdstuk 4 (legionellapreventie).
  • Drinkwaterwet art. 21 lid 1 (zorgplicht om te zorgen voor deugdelijk leidingwater).
  • Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater (legionellapreventie).
  • Bouwbesluit 2012 en NEN 1006:2015 (installeren en onderhouden van drinkwaterinstallaties in kader van legionellapreventie).
  • Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden art. 2a-2d (voorschriften om legionella in (zwem)badwater te voorkomen).
  • Wet publieke gezondheid art. 2 lid 2 onder f (bevorderen van de technische hygiënezorg door gemeente. Voorbeeld legionellapreventie als onderdeel van vergunning tijdens een evenement).
  • Vergunningvoorschriften van de gemeente en de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Deze richr zich vooral op het bevorderen van de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

Zijn er douches en/of vernevelingsinstallaties aanwezig op het evenemententerrein? Dan is legionellapreventie altijd nodig.

Belangrijk is dat je als organisator van een evenement kennis neemt van het soort waterinstallatie waar vanuit de douches en andere vernevelingsinstallaties worden voorzien van water. Is legionellapreventie verplicht voor de waterinstallaties van de locatie waar jouw evenement gebruik van maakt? Bijvoorbeeld op basis van (een van) de eerder genoemde regelgeving (besluiten)? Ga dan na of er:

  • Een risicoanalyse is uitgevoerd en een beheersplan wordt uitgevoerd.
  • Een logboek wordt bijgehouden.
  • Periodieke watermonsters worden genomen. En of na een positief monster adequate maatregelen zijn genomen. En er sindsdien geen legionella is aangetoond.

Het is verstandig na te gaan bij de eigenaar van de waterinstallatie of legionellapreventie volgens de geldende eisen wordt uitgevoerd. Maak hier zo nodig afspraken over met de eigenaar. Vraag verder altijd bij de levering van eventueel gehuurde installaties naar de legionella-risicoanalyse en het beheersplan en maak afspraken over de verantwoordelijkheden.

Meer informatie

Wat is een mud en obstacle run

Een mud en obstacle run is een hardloopevenement waarbij de deelnemers onderweg diverse obstakels tegenkomen. Vaak gaat de route door de natuur en komen de deelnemers onderweg modder, water en hindernissen tegen. Zo moeten zij bijvoorbeeld over (houten) muren heen klimmen, onder prikkeldraad door kruipen, door sloten zwemmen, over vuur springen en over touwnetten klimmen. Soms worden de deelnemers zelfs onder stroom gezet. Het doel is om de deelnemers hun fysieke en psychologische grenzen te laten opzoeken. In Amerika is dit de laatste jaren een enorme trend die nu ook naar Nederland is overgewaaid.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Bij mud en obstacle runs kunnen de gezondheid en veiligheid van de deelnemers gevaar lopen:

  • Bij een zwaar parcours lopen deelnemers een verhoogd risico op letsel zoals verwondingen en botbreuken.
  • Bij een parcours dat deels door (vuil of verontreinigd) water gaat, lopen deelnemers het risico infectieziekten op te lopen, zoals maag- en darminfecties.
  • Ook is onderkoeling een groot risico. Dit geldt met name als de run in de winter plaatsvindt en voor een (flink) deel door het water gaat.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Zorg dat de meest risicovolle obstakels op goed bereikbare plaatsen staan, ook voor ambulances en andere hulpverlening.
  • Plaats obstakels waar deelnemers van af kunnen vallen niet op een harde ondergrond (zoals beton of stenen) of in ondiep water.
  • Controleer of de obstakels en klimmaterialen voorzien zijn van een keurmerk, uitgevoerd door OCRA, Obstacle Course Racing Association.
  • Zorg ervoor dat bij elk obstakel iemand van de organisatie aanwezig is die in directe verbinding staat met de medisch coördinator van het evenement.
  • Gebruik voor modderbakken alleen schoon water, zand en/of grond.
  • Bekijk de route goed op overige gevaren zoals berenklauwen, eikenprocessierups en teken. Neem hiervoor contact op met de boswachter of gebiedsbeheerder.
  • Verwijder vee minimaal twee weken voor het evenement van het parcours. Verwijder ook alle uitwerpselen.
  • Zorg voor een lijst waarop staat welke obstakels onder bepaalde weersomstandigheden gesloten worden. Bijvoorbeeld bij hoge windsnelheden en dreigend onweer. Werk ook scenario’s uit over hoe te handelen bij extreme weersomstandigheden; het gaat dan vooral om warmte, extreme kou en onweer.

Denk aan informatievoorziening aan bezoekers en deelnemers, vooraf en tijdens het evenement:

  • Verwijs deelnemers naar de pagina Evenementen rond een niet-officiële zwemwaterlocatie, als een deel van het parcours door het water gaat.
  • Informeer deelnemers over de risico’s en over voorzorgsmaatregelen die zij zelf kunnen nemen.
  • Informeer deelnemers dat zij identificeerbaar moeten zijn en dat bekend moet zijn wie er in geval van nood gewaarschuwd moet worden. Dit kan bijvoorbeeld met een polsbandje of chip.

Zorg voor goede medische hulpverlening:

  • Er moet altijd een EHBO-post aanwezig zijn met voldoende materiaal. Gebruik hiervoor de pagina Medische hulpverlening op een evenement.
  • Er moeten voldoende EHBO-ers en minimaal één ALS-team (Advanced Life Support) aanwezig zijn. De GHOR kan hiervoor maatwerkadvies geven.
  • De EHBO-ers en het ALS-team moeten over het gehele parcours binnen 5 minuten inzetbaar zijn.
  • Registreer bij welk obstakel welk type letsel is opgelopen. Stel van tevoren vast bij hoeveel personen met letsel een obstakel wordt gesloten.

Overige maatregelen voor veiligheid en gezondheid:

  • Langs het gehele parcours moeten voldoende watertappunten aanwezig zijn of gratis flesjes water beschikbaar worden gesteld. Het aantal watertappunten hangt af van de zwaarte van het parcours en de weersomstandigheden.
  • Voedsel moet in gesloten portieverpakkingen worden uitgereikt. Bied dus geen grote bakken met gesneden fruit aan. Op uitreikpunten moet een handenwasgelegenheid zijn met zeep of handenalcohol voor de bereider en uitdelers van het voedsel en eventueel ook voor de deelnemers. Voor meer informatie rondom infectieziektepreventie verwijzen we naar de beschikbare pagina’s van de GGD[1].
  • We bevelen een afspoelpunt met stromend en schoon water aan het einde van het parcours aan.
  • Er moeten voldoende toiletvoorzieningen zijn, inclusief zeep en papieren handdoekjes. Zie hiervoor de pagina Tijdelijke sanitaire voorzieningen van de GGD.
  • Zorg bij koude weersomstandigheden dat de deelnemers zich ergens kunnen opwarmen, bijvoorbeeld in een gesloten ruimte met verwarming.

Welke wet- en regelgeving geldt er

Er is geen specifieke wet- en regelgeving voor mud en obstacle runs. Gemeenten kunnen hierover wel regels opstellen, bijvoorbeeld over weersomstandigheden of crowd control. Informeer hiernaar bij jouw gemeente.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) ontstaan wanneer mensen seksueel contact hebben zonder condoom. Het is namelijk veel waarschijnlijker dat men onbeschermde seks heeft wanneer men extra alcohol gebruikt.  Het hebben van wisselende seksuele contacten verhoogt het risico om een SOA op te lopen. Onbehandelde SOA kunnen grote schade aanrichten zoals bijvoorbeeld onvruchtbaarheid.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Verstrek aan de bezoekers voorlichtingsmateriaal over SOA om hen te informeren over en te wijzen op de schade die SOA kunnen aanrichten.
  • Schakel bij voorkeur GGD Gelderland-Zuid in. De medewerkers zijn onder andere getraind in het geven van voorlichting bij evenementen en verstrekken gratis condooms.
  • Plaats bij de toiletten (zowel dames- als herentoiletten) een condoomautomaat. Indien het een meerdaags evenement betreft, kan er voor worden gekozen om gratis condooms te verstrekken.

Welke wet- of regelgeving geldt er

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitdragen van adequaat beleid voor het bestrijden van seksueel overdraagbare aandoeningen. Dat staat in de Wet publieke gezondheid (WPG). De GGD’ en voeren deze taak uit.

De afdeling Seksuele Gezondheid van de GGD biedt hulp bij vragen over allerlei zaken die te maken hebben met seksualiteit. De zorg die wij uitvoeren baseren we op drie punten; soa bestrijding (opsporing en behandeling), seksualiteitshulpverlening voor jongeren onder de 25 jaar (Sense) en de publieke gezondheid.

Iedereen die onveilige seks heeft  kan een soa oplopen. Soa bestrijding is een belangrijke taak van de GGD. Een soa-test is de enige manier om zeker te weten of je een soa hebt. Vraag jij je af of een soa test nodig is? Start een chat op de website van Soa Aids Nederland.

De GGD biedt ook soa testen aan. Voor meer informatie over het maken van een afspraak kijk op onze pagina over een Soa-test.

Speel- en attractietoestellen

Wanneer je activiteiten voor kinderen organiseert in de vorm van speel- en attractietoestellen en zandbakken kan dat risico’s met zich meebrengen. Met speel- en attractietoestellen bedoelen we:

  • Kermisattracties, spring- en luchtkussens en speeltoestellen in openbare (tijdelijke) speelgelegenheden.
  • Watertoestellen, inclusief waterglijbanen.
  • Constructies voor bungy-jumpen, air-diving, abseilen en tokkelen.
  • Trampolines in openbare (tijdelijke) speelgelegenheden en attractieparken en skateboardbanen.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

  • Verwondingen door achterstallig onderhoud, onveilige constructies of onvoldoende kennis van de constructie.
  • Infectierisico’s als maag- darminfecties door achterstallig onderhoud van de zandbak, slechte waterkwaliteit bij gebruik van watertoestellen en onvoldoende handhygiëne.

Een specifiek gezondheidsrisico bij vervuiling van zand door uitwerpselen van een kat, is de ziekte Toxoplasmose veroorzaakt door een parasiet. Besmette katten scheiden, via de ontlasting, eitjes uit van deze parasiet. Besmetting van de mens treedt op door aanraking van de ontlasting. De meeste mensen merken weinig (griepachtige klachten) tot niets. Ernstige symptomen komen voor bij mensen met een verminderde weerstand, zoals koorts, ooginfectie, lever- en miltvergroting en huiduitslag. Bij zwangere vrouwen kan de ongeboren vrucht geïnfecteerd raken.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • De beheerder (eigenaar/ huurder) moet ervoor zorgen dat het toestel bij gebruik geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van personen bestaat. Dit doet hij door ene juiste installatie en regelmatig onderhoud. De organisator van het evenement moet hierop toezien.
  • Houd van elk attractie-en speeltoestel (ongeacht het bouwjaar) een logboek bij. Hierin staat vermeld; het soort toestel, aantekeningen van de inspectie, onderhoud en gegevens over ongevallen die verband houden met het toestel.
  • Laat kinderen bij springkussens de schoenen uittrekken. En laat een volwassene erop toezien dat alleen kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd en grootte op hetzelfde moment het springkussen gebruiken. Dit is om letsel door botsen te voorkomen.
  • Ook speeltoestellen van natuurlijke materialen (boomstammen, touw, autobanden) en zelfs ‘objecten die uitnodigen tot spelen’ vallen onder het WAS.
  • Laat zelfbouwtoestellen voor professioneel en commercieel gebruik tijdens evenementen altijd keuren door een bevoegde instantie.
  • Span een vocht doorlatende afdekking over de buitenzandbak waarmee wordt voorkomen dat katten (en honden) gebruik maken van de zandbak.
  • Inspecteer altijd het zand visueel vóór gebruik. Schep uitwerpselen met ruim zand eromheen weg.

Welke wet- of regelgeving geldt er

  • Volgens het Warenwetbesluit Attractie-en Speeltoestellen (WAS) moeten attractie-en speeltoestellen veilig zijn. Voor nieuwe toestellen geldt dat ze van een certificaat van goedkeuring moeten zijn voorzien. De Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA) is de organisatie die het WAS controleert.
  • Alle speel- en attractietoestellen op een evenement (gebouwd na 26 maart 1997) moeten gecertificeerd zijn door één van de keuringsinstellingen die de overheid heeft aangewezen. De zogeheten AKI’s (aangewezen keuringsinstellingen).
  • Alle speel- en attractietoestellen op een evenement, die voor 26 maart 1997 in gebruik waren, moeten aantoonbaar veilig en onderhouden zijn.
  • Verder zijn van toepassing; de vergunningvoorschriften van de gemeente en de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Deze richt zich vooral op het bevorderen van de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten.

Meer informatie

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Het tatoeëren, piercen en aanbrengen van permanente make-up tijdens evenementen is in Nederland aan strenge regels gebonden. Bij het aanbrengen van een tatoeage, een piercing en/of permanente make-up kunnen complicaties ontstaan. Bijvoorbeeld door onhygiënische omstandigheden of een ondeskundige wijze, of als de cliënt de nazorginstructies niet precies opvolgt.

Risico verhogende factoren zijn onder andere:

  • Onsteriele materialen.
  • Ongeschikte werkruimte.
  • Kruisbesmetting; bijvoorbeeld door met vervuilt of besmet materiaal te werken of met vervuilde handen.
  • Geen schoonmaakplan.
  • Onbekwaam personeel.

Complicaties zijn onder andere:

  • Acute ontstekingsreacties.
  • Allergische reacties als gevolg van o.a. inkt- en pigmentstoffen.
  •  Huidaandoeningen.

Welke wet- of regelgeving geldt er

Naast een evenementenvergunning is er bij tatoeëren, piercen en het aanbrengen van permanente make-up tijdens een evenement ook nog een vrijstelling vergunningsplicht nodig. Dit staat in de Warenwetregeling: ‘Vrijstelling vergunningplicht tatoeëren en piercen’.

Ook moet de GGD vooraf een inspectie uitvoeren. Elke organisator van een evenement moet zich twee maanden voor de start van het evenement melden bij de regionale GGD. In dit geval GGD Gelderland-Zuid.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

Je moet in ieder geval voldoen aan de volgende eisen uit de Warenwetregeling ‘vrijstelling vergunningsplicht tatoeëren en piercen’:

  • Het evenement vindt plaats in een overdekte locatie.
  • Het evenement duurt maximaal zeven opeenvolgende dagen.
  • Het evenement is niet korter dan zes maanden geleden op dezelfde plaats georganiseerd.
  • Het evenement wordt niet aansluitend op een ander tatoeage of piercing evenement op dezelfde plaats georganiseerd.
  • Het evenement wordt twee maanden voor aanvang schriftelijk gemeld bij de GGD Gelderland-Zuid.
  • Bij het aanmeldingsformulier is een lijst van ondernemers toegevoegd die op het evenement bovenstaande activiteiten uitvoeren.
  • De aanwijzingen van de GGD Gelderland-Zuid ter bescherming van de volksgezondheid dienen zoveel mogelijk worden gevolgd.

Evenement aanmelden bij de GGD

De organisator van een evenement meldt zich twee maanden voor aanvang van het evenement bij de regionale GGD. Dit doet hij door middel van het mailen van het meldingsformulier evenement naar hinspecties@ggdgelderlandzuid.nl.

Na ontvangst van het meldingsformulier inspecteert de GGD of het evenement aan de bovenstaande voorwaarden voldoet. Indien dit het geval is dan valt het evenement onder de vrijstellingsregeling.

Indien niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, is tatoeëren en piercen op het evenement niet toegestaan. Mocht dit toch gebeuren, dan zal de Nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) handhavend optreden.

Meer informatie

Op de website van het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM) van het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vind je meer informatie over:

  • Hygiënerichtlijnen voor tatoeëren, permanente make-up en piercen.
  • Warenwetregeling Tatoeëren en Piercen.
  • Warenwetregeling ‘Vrijstelling vergunningplicht tatoeëren en piercen’.
  • Meldingsformulier in het kader van de vrijstelling van de vergunningplicht van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen (Warenwetregeling vrijstelling vergunningplicht tatoeëren en piercen).

Wat zijn tijdelijke drinkwaterinstallaties

Bij evenementen kan water nodig zijn. Denk aan:

  • Als spoelwater voor de bar.
  • Voor bereiding van eten en drinken.
  • Om handen te kunnen wassen.
  • Om te kunnen douchen.
  • Om schoon te maken.
  • Als spoelwater voor de toiletten.
  • Eventueel voor afkoeling van de bezoekers (besproeiing) en voor wateractiviteiten.

Wanneer geen vast waterpunt aanwezig is op het evenemententerrein, kan het nodig zijn een tijdelijke drinkwaterinstallatie aan te leggen/te maken.

Vormen van tijdelijke drinkwaterinstallaties

Een tijdelijke aansluiting op de (hoofd)kraan van een nabijgelegen bestaand pand. Bijvoorbeeld van een kantine, sportfaciliteit of particuliere woning. Door het aansluiten van leidingen op deze  kraan, en het maken van een nieuw watertappunt bij bijvoorbeeld de toiletten, douches of de bar, ontstaat er een tijdelijke waterinstallatie.

Een aansluiting op een openbare watermeterput (een ‘evenementenwateraansluiting’). Deze tijdelijke drinkwaterinstallatie is meestal in beheer van de gemeente, en speciaal voor markten, evenementen e.d. Het waterleidingbedrijf staat garant voor de kwaliteit van het water in het waterleidingnet tot aan het aansluitpunt. Vanaf het aansluitpunt is de organisator verantwoordelijk.

Een tijdelijke aansluiting op een (ondergrondse) brandkraan door middel van een standpijp. Een standpijp (opzetstuk )  sluit je aan op een ondergrondse brandkraan. De brandkraan is aangesloten op het waterleidingnet. Het via een standpijp onttrokken water is geen drinkwater,  tenzij het waterleidingsbedrijf expliciet verklaart dat het water geschikt is voor consumptie. Dit omdat tussen de distributieleiding en standpijp een vervuiling kan optreden. Deze tijdelijke drinkwaterinstallatie mag alleen door een professional van het waterleidingbedrijf gemaakt worden.

Tijdelijke watertank of waterreservoir. Op afgelegen evenementenlocaties, buiten bereik van het waterleidingnet, is een tankwagen of watertank de enige mogelijkheid om een tijdelijke drinkwaterinstallatie te maken. Tankwagens of watertanks zijn te huur bij gespecialiseerde bedrijven voor gecontroleerd, veilig en schoon rinkwater. Het goed schoonmaken, desinfecteren en naspoelen en (bij)vullen van zo’n tank behoeft veel kennis. Ons advies is om dit door een professioneel bedrijf te laten doen.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Daar waar de bezoekers van een evenement in contact (kunnen) komen met het water van een tijdelijke drinkwatervoorziening (drinkwaterinstallatie), heeft de organisator van het evenement de plicht te zorgen voor kwalitatief goed drinkwater. Dit vanwege de volksgezondheid.  Hij moet verontreiniging van het openbare waterleidingnetwerk voorkomen. Hij is meestal verantwoordelijk voor de aanleg, onderhoud en beheer van de tijdelijke drinkwaterinstallatie.

Er zijn een aantal factoren welke kunnen leiden tot verontreinigd water. Of met verontreinigd verneveld water. Na het drinken of het inademen daarvan, is er een vergroot risico op infectieziekten. Bijvoorbeeld:

  • Een slecht functionerende en slecht onderhouden tijdelijke waterinstallatie.
  • Een slechte reiniging van de tijdelijke waterinstallatie en/of verontreiniging van de waterleidingen.
  • Warm weer en stilstaand water bij een langdurig evenement.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

Voor ingebruikname van de tijdelijke drinkwaterinstallatie:

  • Laat je adviseren door een professioneel waterleidingbedrijf voor het aanleggen, in gebruik stellen en beheren van tijdelijke drinkwaterinstallaties.
  • Gebruik voor de aansluiting materialen met het KIWA Water Mark keurmerk, deze materialen zijn goedgekeurd voor drinkwater.
  • Materialen (koppelingen, leidingen) moeten nieuw of goed gereinigd zijn.
  • Maakt u gebruik van een watertank: dek dan de tank af met zonwerend materiaal. En zet deze uit de zon, zo koel mogelijk.
  • Zorg dat de waterinstallatie voldoet aan de algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties van het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN 1006). En aan de aansluitvoorwaarden van het waterleidingbedrijf (WB 1.4 H).
  • Een tijdelijke aansluiting direct op de bestaande waterleiding  (zoals een openbare brandkraan) moet worden uitgevoerd door een waterleidingbedrijf.
  • Raadpleeg een erkend (plaatselijk) waterleidingbedrijf of bemonstering nodig is.
  • Bij alle tappunten moet een beperkte risico-analyse met betrekking tot legionella worden uitgevoerd. Is er sprake van aërosolvorming (verneveling) zoals bij douches of het besproeien van bezoekers bij hitte? Dan moet legionella preventie plaatsvinden.

Gratis drinkwater

Zorg dat er voldoende watertappunten met gratis drinkwater zijn. Dit is vooral belangrijk om uitputting en uitdroging te voorkomen. Bijvoorbeeld bij evenementen waar bezoekers of deelnemers hoge inspanning leveren, bij hitte en wanneer bezoekers naar verwachting veel alcohol drinken en/ of drugs gebruiken.

Het aantal drinkwaterpunten moet gelijk zijn aan de evenement specifieke gegevens zoals: doelgroep, soort en duur evenement, oppervlakte terrein, aantal bezoekers en seizoenswarmte.

Welke wet- of regelgeving geldt er

  • Drinkwaterbesluit hoofdstuk 4 (legionellapreventie).
  • Drinkwaterwet art. 21 lid 1 (zorgplicht om te zorgen voor deugdelijk leidingwater).
  • Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater.
  • Normbladen NEN 1006 (leidingwaterinstallatienorm).
  • Beoordelingsrichtlijn ‘Tijdelijke drinkwaterinstallaties’ (BRL-K14036).
  • Werkblad 1.4 H.
  • Vergunningvoorschriften van de gemeente en de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Deze richt zich vooral op het bevorderen van de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten.

Meer informatie

  • Voor meer informatie over drinkwaterinstallaties ga naar www.infodwi.nl
  • Voor meer informatie over de richtlijnen evenementen ga naar RIVM.nl
  • Voor meer informatie over tijdelijke waterinstallaties ga naar kiwa.com

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Als bezoekers/deelnemers overnachten op het evenement zijn kampeerfaciliteiten nodig. Denk aan: toiletten, tijdelijke watervoorzieningen voor douches en wastafels, eetgelegenheden en mogelijkheid tot afwassen, afvalopslag, enz. Door het creëren van deze tijdelijke voorzieningen kan verminderde hygiëne aan de orde zijn. Daardoor kan er een verhoogd risico op infectieziekten ontstaan.

Welke wet- of regelgeving geldt er

Op de verschillende tijdelijke voorzieningen (zoals hierboven genoemd) is diverse wet- en regelgeving van toepassing. Verderop op deze pagina wordt u verwezen naar andere GGD/GHOR pagina’s waarin dit wordt toegelicht. Ook zijn de vergunningvoorschriften van de gemeente en de ‘Wet Publieke Gezondheid (WPG)’ van toepassing. Deze richten zich vooral op het bevorderen van de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Zorg dat er 24 uur per dag een medewerker aanwezig is op het terrein voor toezicht.
  • Zorg voor een EHBO-voorziening. Daar moet altijd iemand met een geldig EHBO-diploma (inclusief reanimatie-aantekening) aanwezig zijn.
  • Zorg dat alle voorzieningen altijd zonder belemmeringen bereikbaar zijn voor externe hulpverleners, zoals brandweer, politie en ambulance.
  • Zorg dat er op elke locatie een (mobiele) telefoon is zodat er in noodgevallen op tijd alarm geslagen kan worden.
  • Terreinafbakening mag geen verwondingen kunnen veroorzaken.

Toiletten 

  • Plaats 1 toilet per 60 kampeerders, met een minimum van 2 toiletten.
  • Plaats direct naast de toiletten een handwasvoorziening met zeep(dispenser), (papieren)handdoekjes en een afvalbak.

Douches en wasgelegenheden 

  • Plaats 1 douche per 35 kampeerders.
  • Plaats 1 wastafel per 50 kampeerders.
  • Legionellapreventie is van toepassing.

(Huis)dieren 

Indien (huis)dieren zijn toegestaan op de kampeergelegenheid, moet je een aantal hygiëne maatregelen nemen:

  • Baken een honden uitlaatplaats af op het terrein en geef dit aan met een aanduiding.
  • Attendeer de eigenaren van de dieren erop dat zij met een zakje de uitwerpselen moeten opruimen. En zorg voor een afvalbak naast de uitlaatplaats.

Tijdelijke zwem- en speelbaden en of speel- en attractietoestellen

  • Aanwezige speeltoestellen/-materialen moeten voldoen aan de eisen van het ‘Besluit Veiligheid Attractie-en Speeltoestellen’.
  • Voor zwem- en speelbaden, het zwemmen in recreatieplassen, meren gelden aparte hygiëne-en veiligheidsvoorschriften.

Eten en drinken

  • Zorg voor (af)wasgelegenheden apart van de sanitaire ruimte voor het schoonmaken van eten en het afwassen van servies.

Schoonmaak en afvalverwerking

  • Maak de toiletten volgens een tijdschema schoon en zorg voor voldoende toiletpapier.
  • Zorg voor voldoende afvalbakken, het tijdig legen en ophalen.

Meer informatie

Meer informatie over meerdaagse evenementen ga naar de website van het RIVM.

Wanneer je tijdelijke kinderopvang organiseert bij een evenement, kan dat risico’s voor de kinderen met zich meebrengen. Met tijdelijke kinderopvang tijdens een evenement bedoelen we bijvoorbeeld de opvang van de kinderen van de bezoekers van een evenement.

Wat zijn de mogelijke risico’s

  • Onvoldoende toezicht met risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid.
  • De inzet van onvoldoende begeleiding en/of ongeschoolde / niet geïnstrueerde begeleiding.
  • Niet voldoen van de voorzieningen en inrichting aan de basiskwaliteit voor kinderopvang.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

De basis voor een verantwoorde opvang is het nemen van maatregelen om de aanwezige risico’s voor kinderen te beperken. Met een risico-inventarisatie inventariseert u de veiligheid en gezondheid (hygiëne) van de opvangruimte en de omgeving. Het gaat om de wisselwerking tussen de omgeving, het gedrag van de kinderen en de ervaring van de begeleiders in de omgang met kinderen.

Waar moet je aan denken:

  • Persoonlijke hygiëne en handhygiëne (verschoning, toilet).
  • Hygiënebeleid voedselveiligheid.
  • Bedrijfshulpverlening / EHBO bij kinderen.
  • Afspraken omtrent veiligheid m.b.t. de inrichting van opvangruimte zowel binnen als buiten, m.b.t. het slapen van de kinderen, enz.
  • Afspraken over de wijze van toezicht op/ begeleiding van kinderen per leeftijdscategorie.
  • De wijze en voorwaarden van opvang afstemmen met de ouders/ verzorgers.

Voor een juiste uitvoer van het beleid is de inzet van bekwaam en voldoende personeel een basisvoorwaarde om verantwoorde kinderopvang te kunnen waarborgen.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Bij publieksevenementen wordt gebruik gemaakt van toiletten en handenwasgelegenheden (sanitair). Zowel bij vast, als tijdelijk sanitair, bestaat een verhoogd risico op het overdragen van ziektekiemen. Hierdoor kunnen infectieziekten als maagdarminfecties ontstaan.

Factoren die risico verhogend zijn:

  • Te weinig toiletten.
  • Te weinig of geen handenwasgelegenheden.
  • Onvoldoende schoonmaak.
  • Langdurig evenement.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

De organisator van een publieksevenement is verantwoordelijk voor het regelen van voldoende toiletten en handenwasgelegenheden:

  • Minimaal 1 toilet per 150 gelijktijdig aanwezige bezoekers met voldoende toiletpapier, met een minimum van 2 toiletten.
  • Zorg voor minimaal 1 toilet per 75 gelijktijdig aanwezige bezoekers bij hoog alcoholgebruik.
  • 75% van het totaal aantal herentoiletten mag urinoir zijn.
  • Eén plaskruis of plaszuil geldt als 4 urinoirs. Ook kunt u plasgoten gebruiken.
  • 50 cm plasgoot geldt als één urinoir. Plaats geen of minder urinoirs als u veel kinderen op het evenement verwacht.
  • Zorg voor één of meer gehandicaptentoiletten met handenwasvoorziening.
  • Zorg voor een handwasgelegenheid met  bij voorkeur meerdere watertappunten (kranen) met zeepdispensers, papieren handdoekjes en een afvalcontainer.
  • Om infectieziekten te voorkomen is het advies de handenwasgelegenheden apart te plaatsen van een watertappunt dat dient als gratis drinkwaterpunt.
  • Maak de toiletten tijdens het evenement schoon en maak daarbij gebruik van een schoonmaakschema (wijze en frequentie) met afvinklijst.
  • Voer het afvalwater van toiletten en handenwasgelegenheden af via de bestaande riolering. Of vang dit op in speciaal daarvoor bestemde opslagtanks. Deze moeten door  een gespecialiseerd bedrijf leeggemaakt worden. Het is verboden om zonder vergunning afvalwater te lozen.

Meer informatie

Meer informatie staat op de pagina Hygiënerichtlijnen voor evenementen op de website van het RIVM.

Wat zijn de mogelijke gezondheidsrisico’s

Activiteiten in water van tijdelijke zwemwaterinrichting bij een evenement kunnen gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Deze risico’s zijn hoger bij bijvoorbeeld slechte reiniging, water vernevelende apparatuur, een hoge omgevingstemperatuur en een langere duur van het evenement.

Welke wet- of regelgeving geldt er

Voor de door de organisatie van een evenement geplaatste en voor publiek toegankelijke zwembaden geldt het volgende: Zwembaden dieper dan 0,5 meter en met een wateroppervlakte van minimaal 2 m² en badinrichtingen als bubbelbaden moeten voldoen aan hygiëne en veiligheidsvoorschriften. Deze staan in de ‘Wet en het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden’. De wet stelt minimumeisen aan de kwaliteit van het Nederlandse zwemwater.

De waterkwaliteit moet dusdanis zijn zodat micro-organismen in het zwemwater slechts in een concentratie voorkomen waarvan verwacht wordt dat het niet schadelijk of hinderlijk is voor de bezoekers of deelnemers. Zie daarvoor Bijlage 1 ‘Normen voor zwem- en badwater, in badinrichtingen, ingericht voor het zwemmen of baden anders dan in oppervlaktewater’ op de website van wetten.overheid.nl.

Verder zijn van toepassing; de vergunningvoorschriften van de gemeente en de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Deze richt zich vooral op het bevorderen van de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten.

Wat kunt en/of moet je zelf doen

  • Voldoe aan de minimumeisen vanuit de ‘Wet en Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden’.
  • Legionellapreventie is aan de orde wanneer er sprake is van waterverneveling (bijvoorbeeld bij bubbelbaden).

Naast de wet- en regelgeving voor de grotere baden geldt voor alle tijdelijk geplaatste en voor het publiek toegankelijke, badinrichtingen:

  • Laat het zwemwater voortdurend circuleren via een waterzuiveringsinstallatie (waterpomp).
  • Gebruik alleen een bad met een glad oppervlak, zodat het goed schoon te maken is.
  • Wil je geen ontsmettingsmiddel gebruiken? Ververs het water dan dagelijks.
  • Ververst u het water niet dagelijks? Voeg dan een ontsmettingsmiddel toe, dat geschikt is voor consumentencontact. En gebruik alleen een middel dat hiervoor is toegelaten door het ctgb en volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
  • Verwijder zichtbaar vuil zo mogelijk direct en minimaal dagelijks.
  • Voer de controle van het zwemwater en de werking van een eventuele waterzuiveringsinstallatie  twee maal per dag uit. En registreer de meetresultaten in een logboek.
  • Zorg voor voldoende sanitaire voorzieningen nabij het zwembad om o.a. wildplassen te voorkomen.

Meer informatie

Op de website van Ondernemersplein.kvk.nl staat meer informatie over:

  • Wetgeving rond zwem- en badinrichtingen.
  • Controle kwaliteit water.
  • Veiligheids- en gezondheidsvoorschriften.

Contact

Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Hygiëne & Inspectie via telefoonnummer 088 – 144 71 26 of een e-mail sturen naar inspectietattoo@ggdgelderlandzuid.nl.