De gemeenten bieden haar inwoners maatschappelijke ondersteuning en begeleiding aan vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zij zijn daarbij verantwoordelijk voor de kwaliteit. Het doel van deze ondersteuning is dat mensen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Voorbeelden van maatschappelijke ondersteuning zijn ambulante begeleiding, huishoudelijke ondersteuning, beschermd wonen, dagbesteding en maatschappelijke opvang.
De gemeenten binnen Gelderland-Zuid hebben de GGD Gelderland-Zuid als Wmo-toezichthouder aangesteld. Wij houden toezicht op de kwaliteit van de geboden maatschappelijke ondersteuning van aanbieders. Wmo-toezicht Gelderland-Zuid voert twee soorten toezicht uit:
- Calamiteitentoezicht
- Signaal gestuurd toezicht.
Op basis van de onderzoeken van het Wmo-toezicht kunnen gemeenten handhavingsmaatregelen nemen. Deze hebben als doel om de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning te verbeteren.
Als Wmo-aanbieder ben je verplicht om calamiteiten en geweldsincidenten te melden aan de toezichthouder Wmo. Dit op grond van artikel 3.4 Wmo 2015. Bekijk het protocol Wmo Meldingen calamiteiten.
Een calamiteitenonderzoek helpt om te begrijpen hoe en waarom iets is gebeurd. Om er vervolgens van te leren. Een calamiteit of een geweldsincident is niet altijd te voorkomen. Calamiteitenonderzoek heeft als doel om de kans op herhaling te verminderen en de kwaliteit van de ondersteuning te verbeteren.
Wat is een calamiteit of een geweldsincident?
De wettelijke definitie van een calamiteit is: “een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt heeft geleid.”
Een geweldsincident wordt in de wet omschreven als: “het seksueel binnendringen van het lichaam van of ontucht met een cliënt, alsmede lichamelijk en geestelijk geweld jegens een cliënt, door een beroepskracht dan wel door een andere cliënt met wie de cliënt gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van een aanbieder verblijft.”
Wat moet ik melden?
Alle calamiteiten en geweldsincidenten die plaats vinden moeten worden gemeld, denk hierbij aan:
- Elk onverwacht en onbedoeld overlijden van een cliënt;
- Elke suïcide van een client;
- Suicidepoging met ernstig letsel;
- Een gebeurtenis die heeft geleid of kan leiden tot ernstig en/of blijvend letsel bij een cliënt;
- Een gebeurtenis die heeft geleid of kan leiden tot ernstig geestelijk lijden van een cliënt;
- Ernstig grensoverschrijdend gedrag: fysiek, psychisch en/of seksueel door hulpverleners of andere cliënten.
Calamiteiten en geweldsincidenten staan altijd opzich zelf. Hierdoor is het belangrijk om bij twijfel altijd contact op te nemen met Wmo-toezicht (088-144 70 10). Samen kunnen we bespreken of een melding moet worden gedaan.
Wanneer moet ik melden?
Zorgaanbieders moeten calamiteiten en geweldsincidenten bij een Wmo-voorziening direct melden aan de toezichthouder Wmo (in Gelderland-Zuid binnen 3 werkdagen). Dit is verplicht volgens artikel 3.4 van de Wmo 2015.
Hoe kan ik melden?
Melden kan via ons online meldformulier.
Wat gebeurt er na mijn melding?
De toezichthouder belt of mailt de aanbieder na de melding om meer informatie te krijgen en stelt de gemeente op de hoogte. Soms heeft de toezichthouder extra vragen. Zij vraagt deze dan per e-mail of in een (telefonisch) gesprek. Als de melding compleet is, kijkt de toezichthouder of er reden is voor verder onderzoek en bepaalt het vervolg. Er zijn verschillende opties.
- Geen aanleiding voor een onderzoek
- Zelfonderzoek door de aanbieder
- Onderzoek door Wmo-toezicht
- Netwerkevaluatie
- Netwerkevaluatie onder regie van Wmo-toezicht
- Netwerkevaluatie onder regie van de gemeente
Na het onderzoek of de evaluatie beoordeelt de toezichthouder of zij voldoende informatie heeft. Wanneer er meer informatie nodig is, wordt dit door de toezichthouder opgehaald. Wanneer het onderzoek of de evaluatie compleet is wordt de melding afgerond. De toezichthouder stelt dan de aanbieder en de gemeente op de hoogte van de verbetermaatregelen en het mogelijke vervolg via een afsluitende brief.
Het Wmo-toezicht voert kwaliteitstoezicht uit bij aanbieders van Wmo-ondersteuning. Dit doen wij naar aanleiding van signalen over de kwaliteit en veiligheid van de ondersteuning. Signalen ontvangen wij onder andere via de verschillende meldpunten in de regio of collega inspecties.
Zorgen melden
Als je zorgen hebt over een aanbieder kun je dit melden bij:
- Voor een Wmo-aanbieder in de regio Rijk van Nijmegen kan dit via het ROB.
- Voor een Wmo-aanbieder in de regio Rivierenland kan dit via het meldformulier op de website Sociaal Domein Rivierenland.
- Voor een Wmo-aanbieder in de regio Bommelerwaard kan dit door een e-mail te sturen naar zorginkoop@bommelerwaard.nl.
Als je een klacht hebt, dan kun je terecht bij de klachtenfunctionaris van de Wmo-aanbieder zelf.
Toetsingskader
Wmo-toezicht gebruikt een toetsingskader bij haar toezicht. Het toetsingskader is vastgesteld door alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid. In het toetsingskader staan alle normen waar Wmo-toezicht op toetst. Om te toetsen of de kwaliteit van de ondersteuning aan een norm voldoet, bekijken we verschillende onderdelen (aspecten) van de kwaliteit van de aanbieder.
Wat kun je verwachten van het onderzoek?
Een toezichthouder Wmo van de GGD controleert of een aanbieder volgens de kwaliteitseisen werkt. Een onderzoek vindt aangekondigd of onaangekondigd plaats. Dit betekent dat de toezichthouder vooraf een afspraak maakt of dat de toezichthouder langskomt zonder eerst een afspraak te maken. Bij aankomst legitimeren de toezichthouders zich eerst. De aanbieder weet dan dat de bezoekers echt toezichthouders van Wmo-toezicht zijn.
Wat gebeurt er tijdens een onderzoek
Een onderzoek door het Wmo-toezicht is maatwerk. Het soort Wmo-ondersteuning (bijvoorbeeld beschermd wonen, dagbesteding, ambulante begeleiding, huishoudelijke hulp) bepaalt onder andere hoe het onderzoek er uitziet. Het onderzoek van Wmo-toezicht is niet in een dag klaar. Het wordt verspreid over een aantal weken uitgevoerd.
Het onderzoek start met een startgesprek. Hierin worden de kaders en de planning van het onderzoek besproken. De toezichthouders willen tijdens het onderzoek een goed beeld krijgen van de dagelijkse gang van zaken. Dit doen ze onder andere doen door observatie. Tijdens een onderzoek worden altijd clientdossiers en personeelsdossiers gecontroleerd.
Tijdens het onderzoek interviewen onze toezichthouders cliënten en eventueel een clientenraad, medewerkers, directie, samenwerkingspartners en personen die op andere wijze betrokken zijn bij een cliënt. We vragen ook documenten op en onderzoeken deze. Denk hierbij aan beleidstukken, roosters, rapporten en verslagen.
Het rapport en openbaarmaking
Na afronding van het onderzoek legt de toezichthouder de bevindingen vast in een conceptrapport. Het conceptrapport verstuurt zij naar de aanbieder. De aanbieder heeft daarna twee weken de tijd om schriftelijk te reageren op feitelijke onjuistheden in het rapport. Zo nodig, past de toezichthouder het rapport aan.
De toezichthouder licht per brief toe welke feitelijke onjuistheden in het rapport zijn verwerkt. Heeft onze toezichthouder geen wijziging aangebracht naar aanleiding van een opmerking? Dan motiveert zij haar keuze in de brief.
Wmo-toezicht verstuurt het definitieve rapport naar de aanbieder en naar de gecontracteerde gemeente(n). In de brief bij het rapport staat het voorgenomen besluit om het rapport openbaar te maken. De aanbieder heeft twee weken om zijn zienswijze over de openbaarmaking te geven.
De toezichthouder beslist op basis van de zienswijze of ze het rapport openbaar maakt. Is de aanbieder het niet eens is met dit besluit? Dan kan zij binnen zes weken bezwaar indienen. Het indienen van een bezwaar voorkomt niet dat we het rapport na twee weken publiceren. Om dit te voorkomen, heeft de aanbieder de mogelijkheid om een voorlopige voorziening bij de rechtbank aan te vragen.
De aanbieder krijgt nog twee weken de tijd om een reactie te geven op het definitieve rapport. De reactie publiceren we samen met het rapport op onze website.
Welke informatie kan ik uit een rapport halen?
Een rapport geeft een beeld van de situatie bij een aanbieder zoals deze was tijdens het onderzoek. Deze situatie kan zijn veranderd op het moment dat het rapport openbaar wordt.
Wmo-toezicht gebruikt het toetsingskader om de situatie bij een aanbieder te beschrijven.
Waarom maken wij rapporten openbaar?
- Openbaarmaking bevordert de aandacht voor zorgkwaliteit en spoort aanbieders aan tot verbeteringen.
- Goede informatie over zorgkwaliteit helpt bij het kiezen van Wmo- ondersteuning.
- Wij willen duidelijk zijn over hoe wij te werk gaan. En laten zien op welke manier wij conclusies trekken over de kwaliteit van de ondersteuning.
Bekijk onze beleidsregels openbaarmaking.
Handhaving en hertoets
Wanneer uit het uitgevoerde toezicht blijkt dat de onderzochte aanbieder niet of niet volledig voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen kunnen handhavende maatregelen worden genomen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeente. De toezichthouder zal de aanbieder stimuleren verbeteringen aan te brengen binnen de organisatie. Met als uiteindelijke doel de geleverde kwaliteit van zorg te optimaliseren.
Indien van toepassing kan de toezichthouder op een later moment een hertoets uitvoeren om te controleren of de ingevoerde verbeteringen hebben gezorgd dat de aanbieder voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen.
Rechten en plichten toezichthouder
De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) zegt iets over de rechten en plichten van de toezichthouder. De toezichthouder mag bijvoorbeeld op bezoek komen, vragen stellen en documenten inzien. De zorgaanbieder is verplicht aan het onderzoek mee te werken. De toezichthouder moet sommige zaken geheim houden. Hij moet zich houden aan de geheimhoudingsplicht.
Wil je een melding doen?
Via het meldformulier kun je een melding doen van een calamiteit of een geweldsincident.Toezicht naar aanleiding van calamiteiten en geweldsincidenten;Signaal gestuurd toezicht.