Cijfers en trends
Soa- en PrEP-consulten
In 2023 voerde het Centrum Seksuele Gezondheid van GGD Gelderland-Zuid in totaal 5.999 consulten uit. Dit betrof 5.000 soa-consulten, 748 PrEP*-consulten (33 nieuwe intakes en 715 follow-up consulten) en 251 Sense-consulten (seksualiteitszorg < 25 jaar). Zie figuur 1.
*PrEP staat voor pre-exposure profylaxe; dit zijn medicijnen om te voorkomen dat iemand hiv krijgt.
Figuur 1: percentages van consulten seksuele gezondheid

De cliëntengroep van de soa-consulten was als volgt verdeeld: 16% heteroman, 42% MSM (mannen die seks hebben met mannen), 42% vrouw. Bij al deze cliënten kwam het geslacht overeen met het geboortegeslacht (cis), een groep van minder dan 1% was transgender/genderdivers. Zie figuur 2.
Figuur 2: percentages van cliëntengroep soa-consulten

Gevonden soa’s
Sinds de invoering van het financieringsplafond voor soa- en Sense-consulten in 2014, triageren* we strenger. Hierdoor zien we veel cliënten met een hoge kans op een soa. Als gevolg hiervan is het vindpercentage** de afgelopen 10 jaar met zo’n 10% gestegen.
Het gemiddelde vindpercentage voor alle doelgroepen lag in 2023 op 24%. Dit is iets hoger dan in 2022 (23%) en zelfs hoger dan tijdens het coronajaar 2020 (22%) toen we nog strikter triageerden tgv corona-omstandigheden. Het vindpercentage bij heteromannen was het hoogst (30%), gevolgd door vrouwen (25%) en MSM (23%). Het aantal consulten bij transgender/genderdiverse personen was te klein om betrouwbare uitspraken te doen over vindpercentages. Zie figuur 3.
* Triageren: beoordelen van de urgentie van de hulpvraag.
** Vindpercentage: aantal consulten waarbij een soa wordt gevonden.
Figuur 3: vindpercentage soa-consulten

Verschillen tussen risicogroepen
Opvallend is dat bij de groep die zich het minst vaak laat testen (heteromannen), tijdens de consulten het vaakst een soa wordt gevonden. Meestal laten zij zich pas testen, nadat zij door een sekscontact gewaarschuwd zijn voor een soa of als zij klachten hebben. Dit kan een verklaring zijn voor het hoge vindpercentage onder heteromannen. Vrouwen en MSM testen regelmatiger uit voorzorg, zonder directe aanleiding.
Net als in voorgaande jaren (ook landelijk) was chlamydia de meest voorkomende soa onder heteroseksuele cliënten. Bij de MSM-groep vonden we meestal gonorroe. En bij transgender/genderdiverse cliënten vonden we meestal chlamydia. Zie figuur 4 en 5.
Figuur 4: soa per cliëntengroep (incl. PrEP-consulten)

Figuur 5: gevonden soa’s

Vaker ernstige soa’s
Opvallend en zorgelijk is dat we vaker soa’s vonden die ernstige klachten geven. Zo nam het aantal gevonden gonorroe-infecties tussen 2022 en 2023 toe van 375 naar 571. Onder heteroseksuelen zagen we in deze periode een sterke toename: van 75 naar 154 gonorroe infecties. Zie figuur 6.
Onder jonge hetero’s was de stijging nog sterker. Bij hen vonden we in 2022 59 gonorroe-infecties en in 2023 133 infecties, dat is meer dan een verdubbeling. Ook binnen de MSM-groep nam het aantal gonorroe-infecties toe: van 11% naar 15%.
Figuur 6: gonorroe-infecties heteroseksuelen

Het aantal gevonden syfilis-infecties nam toe van 47 naar 66. Ook het aantal gevonden LGV-infecties nam toe: van 10 naar 16. Deze soa werd alleen gevonden bij MSM-cliënten. LGV (lymfogranuloma venereum) is een specifieke variant van chlamydia die meer klachten geeft. In het verleden zagen we LGV vooral bij mensen met hiv, de laatste jaren vooral bij mensen zonder hiv.
Soa’s en condoomgebruik
Een oorzaak voor het stijgende aantal soa’s kan het afnemende condoomgebruik zijn. Zie hiervoor bijvoorbeeld de uitkomsten van het onderzoek Seks onder je 25e van Rutgers : het aantal jongeren dat een condoom gebruikt bij de eerste keer vaginale seks, is gedaald: bij jongens van 72% (2017) naar 64% (2023) en bij meisjes van van 75% (2017) naar 69% (2023).
Daling hormonale anticonceptie
Uit het landelijke onderzoek blijkt dat 1 op de 5 jongeren helemaal geen anticonceptie gebruikt. Dit cijfer komt overeen met het cijfer dat bij onze soa-consulten naar voren komt: 19% van de vrouwelijke cliënten geeft aan geen anticonceptie te gebruiken. Een andere ontwikkeling die dit onderzoek laat zien, is het dalende gebruik van hormonale anticonceptie. Zo is het pilgebruik sterk afgenomen. De helft van de seksueel ervaren meiden die geen anticonceptie gebruiken, geeft als reden dat ze geen hormonen willen gebruiken. Deze ontwikkeling zien wij ook terug in de gesprekken in de spreekkamer. In 2023 gingen 79 van onze Sense-consulten over anticonceptie. Zie figuur 7.
Figuur 7: Reden/hulpvraag Sense-consult
