Omgevingswet

Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen.

Eén van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet, is het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Gezien de eisen is het voor gemeenten zinvol om de GGD te betrekken bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving.

GGD GHOR Nederland heeft kernwaarden, een bestuurlijk handvat en een handreiking planregels voor een gezonde leefomgeving ontwikkeld. Deze informatie vind je op de pagina Gezonde en veilige leefomgeving op de website van GGD GHOR..

Advies en ondersteuning

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen van ruimtelijke visies en plannen en hebben een zorgplicht. De GGD heeft kennis over lokale gezondheidskansen en -risico’s. Wij kunnen gemeenten onafhankelijk adviseren en ondersteunen. Dit doen wij zowel voor thema’s gericht op het beschermen van de gezondheid als het bevorderen van de gezondheid.

Steeds meer gemeenten nemen gezondheid op in het omgevingsbeleid. Aanleiding hiervoor is onder andere de Omgevingswet, waarvan gezondheid een belangrijk doel is. Een goede leefomgeving is een belangrijke voorwaarde voor gezondheid. Daar zijn verschillende redenen voor:

  • De beleving van burgers van hun omgeving is belangrijk voor het positief ervaren van hun gezondheid. Een ongezonde leefomgeving draagt bij aan een minder goed ervaren gezondheid of zelfs tot ziekten.
  • Milieunormen alleen zijn onvoldoende voor een gezonde leefomgeving. De ziektelast als gevolg van een ongezond milieu is groot (4%) en in dezelfde orde van grootte als overgewicht. De leefomgeving is na roken (9%) en ongezonde voeding (8%) de grootste ziekmakende factor in Nederland. We hebben in Nederland normen (veelal vastgesteld binnen de EU) die tot stand zijn gekomen op basis van bescherming van de gezondheid en economische haalbaarheid. Maar het overgrote deel van de ziektelast wordt veroorzaakt door blootstellingen aan omgevingsfactoren onder de normen. De normen zijn voor verbetering vatbaar als het om het beschermen van gezondheid gaat.
  • De fysieke leefomgeving kan ook aanleiding zijn voor gezond gedrag en ongezond gedrag. Door overgewicht, weinig lichamelijke activiteit en ongezond eten ontstaat veel ziektelast. De leefomgeving kan deze factoren beïnvloeden door bijvoorbeeld mogelijkheden te geven tot bewegen en spelen, en ongezond voedsel minder verleidelijk en minder makkelijk beschikbaar te maken.
  • Wanneer mensen zelf invloed kunnen hebben op hun omgeving draagt dat bij tot zelfregie, zingeving, etc. Dit wordt ook wel ‘positieve gezondheid’ genoemd.

De Quickscan gezonde leefomgeving helpt gemeenten

Het is voor gemeenten belangrijk toegang te hebben tot informatie over de relatie tussen de fysieke leefomgeving en gezondheid, inzicht in de stand van zaken in de eigen gemeente en mogelijkheden tot het nemen van maatregelen. De Quickscan Gezonde Leefomgeving helpt gemeenten snel en efficiënt inzicht te krijgen in de samenhang tussen gezondheid en leefomgeving op buurt- en wijkniveau. De Quickscan maakt gebruik van direct beschikbare en algemeen toegankelijke informatie.

Dit kan aangevuld worden met lokale gegevens. Het resultaat faciliteert een gesprek over de invloed van de lokale leefomgeving op gezondheid, verantwoordelijkheden, ambities en sturingsmogelijkheden. De Quickscan wordt aan de hand van praktijkervaringen, nieuwe inzichten en nieuwe kennis worden er steeds updates uitgebracht.

Meer informatie over de  Quickscan Gezonde Leefomgeving is de vinden op de website Quickscan Gezonde Leefomgeving.

Een belangrijke opgave voor gemeenten is om in de implementatie van de Omgevingswet de aspecten gezondheid en veiligheid mee te nemen. De omgevingsdiensten, Veiligheidsregio en GGD in Gelderland-Zuid willen de gemeenten daarbij zo veel mogelijk ondersteunen.

De ODR, ODRN, Veiligheidsregio en GGD Gelderland-Zuid, hebben een notitie geschreven waarin de inrichting en uitvoering van hun gezamenlijke dienstverlening in het kader van de Omgevingswet wordt omschreven. De notitie richt zich op het kerninstrument ‘omgevingsvergunning’ en alles wat daarmee samenhangt. Daarbij gaat het in deze notitie met name om de vraag wanneer welke ketenpartners te betrekken bij initiatieven die afwijken van het omgevingsplan.

De GGD is een belangrijke raadgever voor de gemeenten op het gebied van de volksgezondheid. Als een initiatief ingebracht wordt en afwijkt van het onderliggende omgevingsplan, is het verstandig om het initiatief vanuit gezondheidskundig oogpunt te laten beschouwen door de GGD. In de notitie van ODR, ODRN, VRGZ en GGD Gelderland-Zuid wordt omschreven hoe dit proces kan verlopen.

In oktober en november 2020 is de notitie gepresenteerd aan de projectleiders Omgevingswet van de 14 gemeenten in Gelderland-Zuid. De gemeenten hebben naar aanleiding daarvan aangegeven volgens dit voorstel te willen werken. Dat betekent dat het belang van de volksgezondheid wordt meegewogen in beleid en bestuurlijke afwegingen in het ruimtelijk beleid.

Voorgestelde situaties waarbij het wenselijk is de GGD te betrekken

(uit samenwerkingsnotitie Omgevingsdiensten Rivierenland, Regio Nijmegen, Veiligheidsregio Brandweer en GGD GZ. nov 2020)

De GGD heeft expertise op het vlak van milieu en gezondheid en het bevorderen van gezondheid, en is daarin een belangrijke raadgever voor de gemeenten op het gebied van de volksgezondheid. Zo’n 4% van de ziektelast in Nederland wordt veroorzaakt door milieufactoren. De milieurisico’s zijn grofweg vergelijkbaar met andere gezondheidsrisico’s zoals overgewicht (VTV 2018).

De omgevingswet biedt de kans om via de inrichting van de buitenruimte een gezonde leefomgeving te creëren, waarbij inwoners worden beschermd tegen negatieve milieufactoren, en de gezondheid wordt bevorderd. Gemeenten kunnen daarmee voldoen aan de eigen zorgplicht om de gezondheid van burgers te beschermen en bevorderen.

De meeste gezondheidswinst is te behalen bij het beperken van blootstelling aan negatieve factoren en het verhogen van gezondheidsbevorderend aanbod:

  • Beperken van blootstelling aan milieuverontreinigingen (bodem, lucht, water)
  • Beperken van blootstelling aan fysische factoren (hitte, geluid, straling)
  • Beperken van hinder en negatieve perceptie van de woonomgeving
  • Bevorderen van de gezondheid (aanbod van beweegmogelijkheden, groen, voorzieningen en ontmoetingsplekken)
  • Stimuleren en faciliteren van gezond gedrag (minimaal aanbod fastfood, rookvrije ruimtes, stimuleren mobiel vervoer, betaalbaar sportaanbod).

Als een initiatief ingebracht wordt en afwijkt van het onderliggende omgevingsplan, is het verstandig om het initiatief vanuit gezondheidskundig oogpunt te beschouwen. In onderstaande lijst staan de situaties waarin het vanwege de aard en omvang van het initiatief of de aard van de omgeving nodig is de GGD om advies te vragen.

  1. De ontwikkeling van nieuwbouwwijken (meer dan 50 woningen)
  2. Ontwikkelingen nabij verkeerswegen
    • Afstanden tot snelwegen – Gevoelige bestemmingen : niet binnen 300 meter.
    • Afstand tot (hoofd)ontsluitingswegen met vrachtverkeer – Gevoelige bestemmingen: 100 meter.
    • Afstand tot wegen met meer 10.000 voertuigen per etmaal, drukke parkeerterreinen, tankstations en dergelijke: Gevoelige bestemmingen: 50 meter
  3. Ontwikkelingen nabij scheepvaart (vaarroutes, sluizen en havens)
  4. Ontwikkelingen van en nabij veehouderij
    • Geen gevoelige bestemmingen, zijnde scholen, kinderdagverblijven, bejaarden-, verzorgings- en verpleeghuizen, woningen – binnen 250 meter van een veehouderij, binnen 2 km van geitenhouderij (> 50 geiten), in een gebied met meer dan 15 bedrijven binnen een straal van één kilometer
  5. Ontwikkelingen nabij (ondergrondse) hoogspanningslijnen, transformator- en verdeelstations
    • Bebouwing buiten de zonegrens van 0,4 µT (microTesla).
  6. Ontwikkelingen binnen spuitzones open gewasteelt
    • Vanwege de onzekerheden over de blootstelling, vanuit voorzorg en vanwege de maatschappelijke onrust adviseert de GGD om vooralsnog niet af te wijken van de afstand van 50 meter.
  7. Nieuwbouw en planontwikkeling van gevoelige bestemmingen op geluidbelaste locaties. >50dB (Lden). Vanuit de Wet geluidhinder is 63 dB de maximale ontheffingswaarde (binnenstedelijk en buitenstedelijk)
    • Projecten waarvoor een milieueffectrapport moet worden opgesteld;
    • Bij de realisatie van windturbines, biomassacentrales en mestvergisters
    • (Mogelijke of te verwachten) ongerustheid bij omwonenden, scholen etc. over gezondheid in relatie tot de initiatieven / aanvragen;

Toelichting: Indien meerdere woningen tegelijkertijd worden gerealiseerd, biedt dit eerder kansen om gezondheidsbevorderende elementen in te voegen in de omgeving.

Gevoelige bestemmingen = Gevoelige bestemmingen zoals gedefinieerd in de Notitie amvb gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 2009): Scholen (voor onderwijs aan minderjarigen), kinderopvang, bejaarden-, verzorgings- en verpleegtehuizen. De GGD beschouwt woningen ook als gevoelige bestemming omdat kinderen, ouderen en mensen met een zwakke gezondheid veel tijd/ de meeste tijd in een woning verblijven.

In de Bommelerwaard zijn de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel van start gegaan met het pilotproject Omgevingsplan. In een half jaar durend traject oefenen de gemeenten dit nieuwe kerninstrument uit de Omgevingswet. De wet zal naar verwachting op 1 juli 2022 in werking treden.

De GGD neemt in de rol van ketenpartner de deskundigheid, kennis en ervaring op het gebied van gezondheid mee in dit (pilot)traject. De belangrijkste vraag daarbij is hoe je ambities uit de Omgevingsvisie kunt vertalen in het omgevingsplan.
Om te kijken hoe gezondheidsambities verwerkt kunnen worden in planregels in het Omgevingsplan is de Handreiking planregels gezonde leefomgeving van de GGD GHOR een hulpmiddel. Het blijft echter een creatief proces en een leertraject. De meerwaarde is dat de gemeenten al in een vroeg stadium de relevante ketenpartners hierbij betrekken. Daar valt de meeste winst voor een gezonde leefomgeving te behalen.
Als input voor het pilotproject hebben de Adviseurs Gezonde Leefomgeving bij de start van het traject een Quickscan gezonde leefomgeving uitgevoerd voor de twee oefenkerngebieden. Dit gaf de gemeenten een overzicht van de huidige stand van zaken over milieu- en gezondheidsthema’s.