Geurhinder in Gelderland & Overijssel

De nieuwe Omgevingswet biedt kansen om aan een gezonde leefomgeving te werken. In de landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024 ‘Gezondheid Breed op de Agenda’ wordt de gezonde leefomgeving ook als een van de speerpunten genoemd. De belangrijkste doelen van de nieuwe Omgevingswet zijn het bereiken, benutten en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving, door middel van een goede omgevingskwaliteit voor inwoners en het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften. 

De omgeving waarin mensen wonen, werken en recreëren, heeft invloed op hun gezondheid. Naast fysieke en sociale aspecten, spelen milieufactoren (zoals geur, geluid en luchtverontreiniging) ook een belangrijke rol in de leefomgeving.

Icoon: Mededeling

Lees hier de rapportage geurhinder Gelderland & Overijssel in PDF. Het document is niet digitoegankelijk.

Geurhinder

Geur is een van de factoren die een belangrijk rolt speelt in de kwaliteit van de leefomgeving. Geur afkomstig van bijvoorbeeld industrie, wegverkeer, veehouderij of buren, kan de ervaren kwaliteit van de leefomgeving nadelig beïnvloeden. Ook kan blootstelling aan geur door slechte luchtkwaliteit of ervaren geurhinder verschillende nadelige effecten op de gezondheid hebben. Zo kan geurhinder ergernis of ongerustheid over de gezondheid veroorzaken. Dit kan leiden tot stress, hoofpijn, misselijkheid, benauwdheid en slapenloosheid. Daarnaast kan geurhinder ongezond gedrag uitlokken, zoals het sluiten van ramen, niet naar buiten gaan of het verstoren van het sociale leven. Uiteindelijk kan geurhinder, middels de bovengenoemde oorzaken, zelfs leiden tot depressieve klachten.

De Gelderse en Overijsselse GGD’en hebben onderzocht óf en hoeveel geurhinder inwoners ervaren en wat de relatie is tussen gezondheid en (matige of ernstige) geurhinder. De mate van ervaren geurhinder is uitgevraagd in de Gezondheidsmonitor Volwassenen & Ouderen 2020 (en 2016). In deze rapportage worden de belangrijkste resultaten beschreven.

Middels deze rapportage willen wij het belang van geurhinder voor de gezondheid onder de aandacht brengen en beleidsmakers stimuleren om maatregelen te nemen tegen geurhinder van met name vuurkorven en barbecues, houtkachels, landbouw en riolering. Daarbij kunnen maatregelen op dit gebied ook een positief effect op de luchtkwaliteit hebben.

Geurhinder in regio oost

In de hele regio Oost ervaarde ruim 1 op de 3 volwassenen (18-64 jaar) matige of ernstige geurhinder van één of meerdere bronnen in het afgelopen jaar. 

De meeste geurhinder wordt ervaren door vuurkorf/barbecue/terrashaard (18%). Daarna volgen openhaard/allesbrander/andere houtkachel (16%), landbouw- en veeteeltactiviteiten (10%), riolering/zuivering (10%), bedrijven/industrie (6%) en vliegverkeer (4%).

Ten opzichte van 2016 zien we dat ervaren geurhinder van volwassenen (18+) in Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid:

  • door open haard/allesbrander/andere houtkachel is toegenomen
  • door riolering/zuivering licht is gedaald
  • door landbouw- en veeteeltactiviteiten en bedrijven/industrie niet is veranderd
  • door vliegverkeer licht is gedaald

Een kanttekening hierbij is dat we de cijfers uit 2020 niet los kunnen zien van de impact van de coronaperiode. De nieuwe cijfers van 2022 kunnen meer inzicht geven in de trends.

Meer uitleg

Respondenten zijn gevraagd naar de ervaren geurhinder van verschillende geurbronnen in de afgelopen 12 maanden wanneer zij thuis waren, op een score van 0 ‘niet gehinderd’ tot 10 ‘extreem gehinderd’, en ‘niet ruikbaar’ (n.v.t.). Een score van 3-7 geeft ‘matige’ geurhinder aan en een score van 8-10 ‘ernstige’ geurhinder. In 2020 is geurhinder in Twente niet uitgevraagd onder 65-plussers. Daarom wordt de ervaren geurhinder voor volwassenen tussen de 18-64 weergegeven.

De bron ‘vuurkorf/barbecue/terrashaard’ is in 2016 niet uitgevraagd. Ook hebben de andere GGD’en in regio Oost geurhinder in 2016 niet opgenomen in de vragenlijst.

In 2016 was de categorie: ‘open haard/allesbrander’.

Belangrijkste bronnen van geurhinder

De belangrijkste bron van geurhinder  is een vuurkorf, barbecue of terrashaard. In alle gemeenten is de geurhinder hiervan 9,9% of hoger. In regio Twente zien we meer gemeenten waar de ervaren geurhinder hoog is. Ook in en rondom Arnhem en in Zwolle, Kampen en Barneveld wordt van deze bron veel geurhinder ervaren.

Geurhinder door open haard, allesbrander of een andere houtkachel is ook een belangrijke bron. In veel gemeenten in Twente ervaart meer dan 20% van de inwoners geurhinder van deze bron. Ook in en rondom Arnhem wordt veel geurhinder ervaren door een open haard, allesbrander of andere houtkachel. In het noorden en oosten van Gelderland wordt minder vaak geurhinder ervaren door deze bron.

In 2020 is geurhinder in Twente niet uitgevraagd onder 65-plussers. In deze regiokaartjes wordt daarom de ervaren geurhinder voor volwassenen tussen de 18-64 weergegeven.

Inwoners uit Twente en het zuiden van Gelderland ervaren vaak geurhinder door landbouw- en veeteeltactiviteiten. Ook in het midden van Gelderland zijn er een aantal gemeenten waar meer dan 15% van de inwoners geurhinder ervaart door deze bron. In het noorden van Gelderland wordt minder vaak geurhinder door landbouw-en veeteeltactiviteiten ervaren.

In verschillende gemeenten in Twente wordt vaak geurhinder door riolering ervaren. In gemeente Almelo (26%) en Enschede (20%) is dit het hoogst. In het noorden, oosten en zuiden van Gelderland wordt minder vaak geurhinder door riolering of zuivering ervaren.

In 2020 is geurhinder in Twente niet uitgevraagd onder 65-plussers. In deze regiokaartjes wordt daarom de ervaren geurhinder voor volwassenen tussen de 18-64 weergegeven.

Doelgroepen geurhinder

Niet iedereen ervaart evenveel geurhinder. Uit analyse van de geurhinderdata van regio Oost komen verschillende groepen naar voren die vaker geurhinder ervaren.

Zo zijn er een aantal demografische factoren die samenhangen met geurhinder:

  • vrouwen ervaren iets vaker geurhinder dan mannen (voornamelijk door vuurkorf of riolering)
  • volwassenen tussen de 35-74 jaar ervaren vaker geurhinder dan 75-plussers en jongvolwassenen (18-34 jaar)
  • inwoners met een lage of gemiddelde sociaaleconomische status (SES) ervaren vaker geurhinder door een vuurkorf, open haard of riolering dan inwoners met een hoge SES
  • mensen die samenwonen ervaren vaker geurhinder dan mensen die alleen wonen.
  • in stedelijke gebieden wordt vaker geurhinder door riolering ervaren. In niet stedelijke gebieden is juist vaker geurhinder door landbouw- en veeteeltactiviteiten.

Naast demografische factoren, zijn ook diverse gezondheidsfactoren gerelateerd aan het ervaren van geurhinder.  Deze verschillen blijven significant wanneer gecontroleerd wordt voor de demografische factoren, zoals geslacht en SES. De resultaten kunnen geen inzicht geven in de oorzaak-gevolg relaties.

Allereerst blijkt een slechtere lichamelijke en mentale gezondheid gerelateerd te zijn aan het vaker ervaren van geurhinder. Mensen met een slechtere ervaren gezondheid, een verhoogd risico op een angststoornis/depressie, lage veerkracht, die zich minder gelukkig voelen of stress hebben op het gebied van wonen, ervaren vaker geurhinder. Mensen die meer uren wandelen of fietsen ervaren vaker geurhinder. Op basis van dit onderzoek is het echter niet mogelijk om te zeggen of geurhinder  wel of geen belemmering is om te bewegen. 

Verder blijkt uit de analyses dat geurhinder gerelateerd is aan verschillende factoren in de leefomgeving. Mensen die geurhinder ervaren zijn vaker ongelukkig met hun woning en woonomgeving. Ook ervaren mensen die in een koopwoning wonen iets vaker geurhinder van één of meerdere bronnen dan mensen die in een huurwoning wonen. Dit verschilt per bron. Zo ervaren mensen in een koopwoning vaker geurhinder door een vuurkorf of open haard, en mensen in een huurwoning vaker door riolering.

Deze resultaten komen grotendeels overeen met eerder onderzoek en bevestigen dat ervaren geurhinder samenhangt met diverse gezondheidsfactoren.

De bovenstaande bevindingen gelden natuurlijk niet voor iedereen, want individuele gevoeligheid en beleving verschilt van mens tot mens.

Meer uitleg

Hierbij is gecorrigeerd voor de demografische factoren en de factoren van mentale en lichamelijke gezondheid.

Hierbij is gecorrigeerd voor de demografische factoren en de factoren in de leefomgeving.

Stedelijkheid

Stedelijkheid is een belangrijke factor die samenhangt met ervaren geurhinder. Wanneer er wordt gekeken naar de bronnen van geurhinder, blijkt dat mensen in stedelijke gebieden vaker geurhinder door riolering/zuivering ervaren. Mensen in niet stedelijke gebieden ervaren daarentegen juist meer geurhinder door landbouw- en veeteeltactiviteiten.

In stedelijke gebieden wonen naar verhouding veel mensen met een lage SES. Ook wonen mensen in stedelijke gebieden vaker in een huurwoning dan een koopwoning. Maar los van deze factoren, zien we dat de mate van stedelijkheid zelf gerelateerd blijft aan ervaren geurhinder.

Koop- of huurwoning

Naast stedelijkheid, speelt ook het wonen in een koop- of huurwoning een belangrijke rol bij ervaren geurhinder. 

  • mensen in een koopwoning in (sterk) stedelijk gebied ervaren veel hinder door een vuurkorf, barbecue of terrashaard en door een open haard, allesbrander of andere houtkachel. 
  • mensen in een koopwoning in weinig of niet stedelijk gebied ervaren ook vaak geurhinder door landbouw- en of veeteeltactiviteiten.
  • mensen die in een huurwoning wonen ervaren naar verhouding veel geurhinder door riolering of zuivering.

GGD advies aan gemeenten

Dit onderzoek laat zien dat veel inwoners uit de regio Oost geurhinder ervaren en dat geurhinder gerelateerd is aan verschillende gezondheidsfactoren. Het is daarom belangrijk dat gemeenten maatregelen nemen op het gebied van geurhinder om zo de kwaliteit van de leefomgeving en de gezondheid van inwoners te verbeteren.

Inwoners ervaren veel geurhinder van houtstook door vuurkorven en houtkachels en mogelijk zal geurhinder door houtkachels  toenemen i.v.m. de hoge gasprijzen. GGD’en pleiten voor verregaande reductie van houtrook, vanwege de gezondheids-effecten van fijnstof en geuroverlast. De GGD’en adviseren om in ieder geval niet te stoken bij windstil of mistig weer. Gemeenten kunnen inwoners erop wijzen hiervoor de Stookwijzer te gebruiken. De Routewijzer Houtstook en Overlast geeft gemeenten praktische en juridische opties voor meer of minder ambitieus beleid op het gebied van houtstook. Maatregelen op het gebied van houtstook zullen niet alleen voor minder geurhinder zorgen, maar dragen ook direct bij aan een betere luchtkwaliteit.

Met ingang van de Omgevingswet gaat geurbeleid van de provincie naar gemeenten. Gemeenten moeten en kunnen dus aan de slag met geurbeleid. 

  • Gemeenten kunnen kiezen of ze provinciale normen overnemen of aangepaste normen vaststellen. Zo kunnen gemeenten bijvoorbeeld strengere grenswaarden voor geur van rioolwaterzuiveringsinstallaties opnemen;
  • Gemeenten kunnen extra geurgevoelige objecten opnemen in de planregels, zoals winkels, kantoren en andere bedrijven (want een aantal objecten worden onder de Omgevingswet niet meer als geurgevoelig aangemerkt);
  • Er is ook extra gemeentelijk beleid mogelijk via planregels om extra voorwaarden te stellen aan de cumulatie van geur.

De grootste gezondheidswinst kan worden behaald wanneer thema’s rondom een gezonde leefomgeving integraal en in samenhang worden opgepakt, vanuit de Health in All Policies gedachte. Dat wil zeggen dat gezondheid mee wordt genomen in alle beleidsvelden, ook in het ruimtelijke domein.

In de Kernwaarden Gezonde Leefomgeving worden voor verschillende kernwaarden voor een gezonde leefomgeving een aantal principes met daarbij praktische voorbeelden van mogelijke maatregelen gegeven. Ook in Stad als gezonde habitat worden handreikingen gedaan over hoe omgevingsbeleid niet alleen gebruikt kan worden voor de bescherming van gezondheid, het klassieke milieubeleid, maar ook op de bevordering hiervan. Zo kunnen gemeenten voor sommige aspecten (zoals geur), een decentrale omgevingswaarde in het omgevingsplan opnemen.

De GGD adviseert gemeenten onder meer op het gebied van leefomgeving en het stimuleren van een gezonde leefstijl en denkt graag met gemeenten mee. Neem contact op met uw GGD voor meer informatie. De contactgegevens vind je onderaan deze rapportage.

Inspirerende voorbeelden

    • In 2021 konden bewoners van Nijmegen-West een subsidie aanvragen voor het weghalen of dichtmaken van hun schoorsteen, of het plaatsen van een filter. Ook in Utrecht was er in 2021 een subsidie beschikbaar voor het verwijderen van een rookkanaal of open haard, of om een oude houtkachel of open haard te vervangen voor een moderne (pellet)kachel. Lees meer over subsidie aanvragen voor het weghalen of dichtmaken van een schoorsteen op nijmegen.nl of utrecht.nl.

    • Verschillende gemeenten zijn aangesloten bij Stookwijzer. Inwoners kunnen via Stookwijzer melding doen van rookoverlast. Deze melding wordt dan doorgestuurd naar de gemeente.

    • De stad Rotterdam is in de zomer van 2022 gestart met de campagne ‘Wat loop je nou te stoken?‘ om het bewustzijn over de uitstoot van houtverbranding te vergroten.

  • GGD Gelderland-Midden heeft in overleg met gemeente Renkum de steekproef van de Gezondheidsmonitor Volwassenen & Ouderen 2020 opgehoogd in twee gebieden rondom papierfabriek SK Parenco. Zo kon de ervaren geurhinder door SK Parenco goed in beeld worden gebracht. Dit heeft voor een keerpunt gezorgd in de discussie rondom de overlast. Zie het briefrapport.
  • Het is belangrijk om goed te communiceren met omwonenden. Denk bijvoorbeeld aan: een klankboordgroep, een goede klachtenregistratie en communicatie met omwonenden wanneer er activiteiten zijn waardoor er tijdelijk meer geur vrijkomt.

  • Het Nationaal Programma Landelijk Gebied heeft mede als doel om de natuur te herstellen en de stikstofproblematiek op te lossen. In dit programma is ook aandacht voor geurhinder van de landbouw. De aanpak van het stikstofdossier zal hopelijk ook leiden tot een gezondere leefomgeving (minder fijnstof, minder geuroverlast). Zie: Nationaal Programma Landelijk Gebied.

Onderzoek & respons

Data voor dit onderzoek is verkregen uit de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020. Deze Gezondheidsmonitor is het najaar van 2020 onder volwassenen (18- tot en met 64-jarigen) en ouderen (65-plussers) uitgevoerd. De inwoners in de steekproef werden per brief uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. Naast landelijke vragen, zijn er ook enkele lokale vragen (o.a. over geurhinder) uitgevraagd. In totaal hebben 81.465 inwoners uit de regio Oost de vragen over geurhinder ingevuld. Zij zijn meegenomen in de analyses van dit onderzoek.

Onderzoeksopzet

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een cross-sectioneel studie ontwerp. Dit betekent dat de onderzoeksresultaten geen inzicht geven in mogelijke oorzaak-gevolg relaties. Enkel de samenhang tussen verschillende factoren en ervaren geurhinder is onderzocht.

Meer uitleg

Voor het analyseren van de trends is gebruik gemaakt van de data van de Gezondheidsmonitor VO 2016.

GGD Twente heeft ervaren geurhinder alleen uitgevraagd onder volwassenen (18-64 jaar).

Colofon

Dit onderzoek is een samenwerkingsproject van GGD IJsselland, GGD Twente, GGD Gelderland-Midden, GGD Gelderland-Zuid en GGD Noord- en Oost-Gelderland.

Contact

Onderzoek
onderzoek@ggdnog.nl

Team Medische Milieukunde
mmk@ggdnog.nl

Onderzoek
onderzoek@vggm.nl

Team Milieu en Gezondheid
milieu-en-gezondheid@vggm.nl

Team Gezonde Kennis
onderzoek@ggdgelderlandzuid.nl

Team Gezondheid en Milieu
gezondheidenmilieu@ggdgelderlandzuid.nl

Team Milieu en Gezondheid
milieuengezondheid@ggdtwente.nl

Team Milieu en Gezondheid
milieuengezondheid@ggdijsselland.nl

Meer informatie

1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2020)
Gezondheid breed op de agenda: Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024. Geraadpleegd op 11-07-2022

2. Informatiepunt Leefomgeving (z.d.)
De Omgevingsweet
Geraadpleegd op 24-01-2023

3. Loketgezondleven.nl (z.d.)
Leefomgeving
Geraadpleegd op 24-01-2023

4. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (2015)
Geur en gezondheid. GGD-richtlijn medische milieukunde. Bilthoven: RIVM. RIVM Rapport 2015-0106
Geraadpleegd op 11-7-2022

5. Boluijt, P., van der Ploeg, M. & Groenewold, L. (2015)
Gezonde leefomgeving in Noord- en Oost-Gelderland. Zutphen: GGD Noord- en Oost- Gelderland
Geraadpleegd op 11-7-2022

6. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (2020)
Ernstige hinder en slaapverstoring in Nederland – Onderzoek Beleving Woonomgeving
Geraadpleegd op 5-12-2022

7. GGD GHOR Nederland (z.d.)
Houtrook
Geraadpleegd op 4-11-2022

8. Informatiepunt Leefomgeving (z.d.)
Geur van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s)
Geraadpleegd op 24-11-2022

9. GGD GHOR Nederland (2021)
Kernwaarden Gezonde Leefomgeving
Geraadpleegd op 21-9-2022

10. Raad voor leefomgeving en infrastructuur (2018)
De stad als gezonde habitat
Geraadpleegd op 12-8-2022

11. Informatiepunt Leefomgeving (z.d.)
Omgevingswaarde geur
Geraadpleegd op 12-8-2022

Lees hier de rapportage geurhinder Gelderland & Overijssel in PDF. Het document is niet digitoegankelijk.

Voor aanvullende gegevens uit de gezondheidsmonitors en advies over gezonde leefomgeving kun je terecht bij jouw GGD.

Datum van publicatie: maart 2023